Afbeelding
Peter van de Kerkhof

Facebookbegrafenis

Column

Het was zondagavond toen ik het las op Facebook: ‘Lieve oma, hopelijk krijg je nu eindelijk je rust. Wij gaan je ontzettend missen.’

De oma in kwestie kende ik niet, de plaatser van het berichtje was een oud klasgenoot.
Het overlijden stond tussen een kattenfilmpje en een nieuwtje over het Nederlands Elftal in, honderdvierendertig mensen hadden op ‘vind ik leuk’ gedrukt.
Ik was een beetje in de war, maar het waren niet de woorden die vervreemdden, die zouden zo kunnen zijn gesproken op een uitvaart. Was ik erbij geweest dan had ik ongetwijfeld een traantje weggepikt. Het was de intimiteit van de negatieve gebeurtenis. Dat was ik niet gewend op social media.

Normaalgesproken zie je alleen vieringen voorbij komen: vakanties, feestjes, behaalde diploma’s, enzovoort. Op mijn tijdlijn worden bijvoorbeeld ontzettend veel baby’s geboren. Lelijke baby’s, dat wel, maar het blijven baby’s. En trouwen, dat gebeurt ook veel.
En zelfs nu ik dit neertik en lurk aan een slappe bak koffie, komt er een foto voorbij van iemand die een goddelijke cappuccino drinkt op de Balearen. Fuck my life.
De denkfout is al snel gemaakt dat iedereen een episch leven heeft dat bestaat uit een aaneenrijging van climaxen. Iedereen behalve jij dan, natuurlijk.

Het leven digitaliseert en ook het gevoelsleven krijgt een plekje op internet. Als dat gebeurt dan het liefst zo realistisch mogelijk, zou je kunnen zeggen. Dus ook de nare dingen, de pijnlijke momenten des levens en niet alleen de hoogtepunten. Maar een sterfgeval is iets unieks, nog steeds geen afspiegeling van het dagelijkse leven. Nog steeds iets bijzonders waarmee je de aandacht vraagt. Ik ben benieuwd wat er gebeurt als het echt realistisch wordt. Elke dag een berichtje over je stoelgang? De blaffende hond van de buren? Of je vinger die tussen de deur zat? Waarschijnlijk kun je ook dan nog van een drol een taartje maken.

Steven van den Heuvel