Commentaar: Nu doorpakken met hal

Commentaar

COMMENTAAR – Het ambitieuze plan voor de ontwikkeling van het evenemententerrein op en rond de Bavelse Berg is niet meer. Het college van burgemeester en wethouders vindt dat het plan in deze tijd van financiële onzekerheid te risicovol is.

Een juiste afweging. Het vervolg dat het college schetst, verdient echter geen schoonheidsprijs. Wethouder André Adank (CDA) blijft ondanks het afblazen van het plan van zijn droom overtuigd. Hij wil dat de Berg de plek blijft voor een hal, ondanks dat het plan op zijn vroegst in 2013 weer actueel zou kunnen zijn.

Dat is deels begrijpelijk, want het heeft tijd en geld gekost. Maar Breda kan het zich na het sluiten van Het Turfschip, zo'n twaalf jaar geleden, niet meer permitteren te wachten op een plan dat onzeker blijft en minstens nog eens vier jaar op uitvoering laat wachten.

Na acht jaar trekken aan de Bavelse Berg verdient de stad nu een echte oplossing voor een evenementenhal. Dat was ook de bedoeling van de deadline die Grontmij voor de zomer werd gesteld. Voor een oktober moest het bedrijf een duidelijke invulling van het project indienen. Dat plan kwam op verzoek van het college.

Nu zegt dat zelfde college dat niet het plan van Grontmij, maar de crisis ten grondslag ligt aan de beslissing te stoppen met de Bavelse Berg. Een crisis, waarvan allang bekend was dat die ook niet aan Breda voorbij zou gaan.

Een peiling onder de fractievoorzitters leert dat de gemeenteraad wel een keuze heeft gemaakt: Zo snel mogelijk op zoek naar een andere locatie, zodat Breda eindelijk eens over een fatsoenlijke ruimte beschikt en haar ambitie als evenementenstad kan waarmaken.

Het zou het college sieren de alternatieven en de wens van de raad serieus te nemen en te doen wat goed is voor de stad: werken aan een nieuwe broodnodige evenementenhal.