Afbeelding

Column Babs: 'Verstoppertje spelen'

Door: Babs Verstrepen Column

Een ventje van een jaar of zeven staat met zijn neus tegen een boom gedrukt. Met overslaande stem staat hij keihard te tellen…elf…twaalf….dertien….. Als hij klaar is mag hij zich omdraaien om zijn vriendjes te gaan zoeken.

Een stukje verderop in de straat staan drie andere jochies met een pasje te klooien bij de ondergrondse container voor het restafval. Het ziet er niet uit alsof ze echt iets gaan weggooien. Even komt in me op dat één van die ventjes zich misschien in de container wil verstoppen. Het zal toch niet?

Maar het zal toch wèl!

Zijn twee vriendjes houden de klep open, de andere, de kleinste van het stel, probeert zijn lijfje er in te frotten. Zijn rechterbeen ligt er al in en met twee handen op de rand zet hij zich af. Het lukt bijna. Op het laatste moment verliest hij zijn evenwicht waardoor de klep en de bak gevaarlijk beginnen te wiebelen.

Tegen de boom is het jongetje nog steeds aan het tellen. Hoeveel tijd heb ik nog om het manneke bij zijn nekvel te grijpen? Ik gil iets, laat mijn boodschappentas op de grond vallen en begin te rennen. Ze gaan er alle drie vandoor.

's Avonds loop ik naar buiten om de vuilniszak weg te gooien. Het ooit zo vertrouwde piepje als ik het pasje voor de sensor houdt klinkt nu als het doorladen van een geweer. Ik open de schuif en leg de zak in die metalen nijlpaardenbek. Als vanzelf kantelt de schuif dicht en stort mijn zak zich in de ondergrondse wereld van het restafval. De container braakt een onheilspellend geluid uit. De zak met het restafval verdwijnt met een gewelddadig geluid.

De rillingen lopen over mijn rug als er aan denk wat er een paar uur eerder had kunnen gebeuren.