Afbeelding

Column Babs: 'Denkend aan asperges, denk ik aan liefde'

Door: Babs Verstrepen Column

Asperges behoren op een mooi gedekte tafel die vol staat met half volle glazen wijn en een huis vol vrienden die chaotisch door elkaar praten. Niet op een bord op schoot voor de tv.

Eigenlijk zijn het maar rare dingen, die asperges. Ze lijken nog het meest op die verdomde uitlopers van de woekerende bamboeplant die we een paar jaar geleden uit de tuin hebben lopen sjorren. Nee, het mooiste aan asperges zijn de herinneringen. De belofte dat het weer lente is.

De foto in de keuken herinnert aan vorig jaar. Toen alles nog precies zo was als het jaar daarvoor, en het jaar daarvoor en al die andere lentes die begonnen met een ritje naar de boer om knakverse asperges te halen. De tijd dat het nog zo normaal was om mensen om je heen te hebben die niet schromen om zelf de zoveelste fles wijn uit de koelkast te halen, zelf de kurkentrekker uit de lade pakken en die de glazen op tafel nog maar eens bijvullen. Die spontaan de vuile borden naar de keuken brengen en in het voorbijgaan een kusje op je wang geven. Ik mis ze, die lieve vrienden die na al die jaren nog steeds enthousiast reageren als je de afgezaagde monchoutaart met de bodem van verkruimelde bastognekoeken afgetopt met een kersenprutje uit een blik (uiteraard wel aangelengd met een flinke klots echte rum) op tafel zet.

Maar dit jaar is alles anders. We houden ons aan de anderhalve meter. Ieder in zijn eigen huisje. Vanavond zit ik met een bord op schoot. Toch zal ik me ook dit asperge-dinertje blijven herinneren dankzij de buurvrouw die ze geplukt heeft uit haar eigen moestuintje.

Denkend aan asperges, denk ik aan liefde. Behalve dan vannacht als ik wakker word omdat ik moet plassen. Want of je asperges nou gezellig samen eet, of alleen, de rioollucht van zo'n aspergeplasje heeft weinig met liefde te maken.