Afbeelding
Foto: Screenshot YouTube

Franks Filmtip: ‘Tweede Wereldoorlog door de ogen van een jongen van zes’

Door: Frank Spreuwenberg Cultuur Uitgelicht

BREDA - Wekelijks belicht filmliefhebber Frank Spreuwenberg een film die in een van de Bredase bioscopen draait. Deze week The Painted Bird (De Geverfde Vogel). Te zien in Chassé Cinema.

De Poolse-Joodse schrijver Jerzy Kosinski ontvluchtte in 1957 het communisme in Oost-Europa en belandde in de Verenigde Staten waar hij aanvankelijk de kost verdiende als taxichauffeur. Hij maakte zich de taal eigen, werd hoogleraar en schreef een aantal succesvolle boeken, waarvan The Painted Bird (1965) het beroemdste is. De Nederlandse vertaling verscheen in 1966. Het boek is fictie, maar wordt als een waar gebeurd verhaal ervaren. Het speelt zich af in het katholieke Polen tijdens de Duitse bezetting. Het verhaal wordt verteld door de ogen van een jongen van zes jaar die tijdens de Tweede Wereldoorlog opgroeit. Dat gevoel van realiteit wordt versterkt door het feit dat schrijver zèlf zes jaar was toen de nazi’s in 1939 Polen onder de voet liepen. In dat land is het boek zó omstreden dat het tot 1989 heeft geduurd voordat een Poolse vertaling verscheen. 

Veel te verduren

In de film leeft de jongen van zes in een niet met name genoemd land in Oost-Europa. Voor zijn veiligheid hebben zijn ouders hem ondergebracht bij een oude vrouw die geïsoleerd op het zeer dun bevolkte platteland woont. Maar zij sterft spoedig. Het kind, onschuldig als pasgevallen sneeuw, moet rondzwervend zien te overleven. Tijdens zijn zwerftocht wordt hij niet alleen geconfronteerd met kwaadaardige massa´s van bijgelovigen. Ook schijnheiligen die zeggen het beste te willen, maar kwade bedoelingen hebben, kruisen zijn pad. Om zijn ravenzwarte haar wordt hij gezien als een kind van de duivel, als een verstotene. Is het een zigeuner of een joodse jongen?, vragen de boeren zich af. Ze zeggen tegen elkaar dat hij de dieren onvruchtbaar maakt en door zijn aanwezigheid de koeien geen melk meer geven. In ieder huis hangt een Christus aan het kruis, maar de jongen belandt in een hel, die hem de spraak ontneemt. Zijn verleden en toekomst zijn vaag. Als hem gevraagd wordt waar hij naartoe gaat, zegt hij: “naar huis”. Maar als hem wordt gevraagd waar dat dan is, haalt hij zijn schouders op. 

Tekst gaat door onder de trailer 


Mooie momenten

The Painted Bird nagelt je vast in de bioscoop stoel, maar gelukkig zijn er ook troostende momenten, bijvoorbeeld als de jongen wordt opgevangen door een pastoor en als een Duitse soldaat zijn leven spaart. En er is een jong meisje dat hem welwillend ontvangt. Gaandeweg weet de opgroeiende jongen hóe te overleven. Uiteindelijk wordt het Slavische land bevrijd door het Russische leger. Een Russische soldaat leert hem wat de Bijbelse spreuk “oog om oog, tand om tand” betekent en dat blijft niet zonder gevolgen. 

Realistisch

Op geen enkel moment wordt de film onrealistisch. Petr Kotlár is goed gecast als de zwijgende jongen. Hij heeft sprekende ogen en volwassen trekken op het kinderlijke gezicht. De film is opgenomen in zwart wit en dat versterkt het tijdsbeeld. The Painted Bird heeft een universeel thema van uitsluiting en verstoting, een actueel thema, waar de kranten nog iedere dag vol mee staan. Daarbij heeft de Tsjechische regisseur Václav Marhoul, die ook het scenario schreef, het katholieke geloof een prominente rol gegeven, maar niet in positieve zin. De Geverfde Vogel wil verbeelden dat onwetendheid en bijgeloof leiden tot barbaarsheid van ongekende orde, die de religie niet keert. 

Dit is wat je moet weten over deze film: 

- De titel verwijst naar de vogelhandelaar die gevangen vogels soms verft. Als de geverfde vogel wordt losgelaten, wordt hij niet meer door zijn soortgenoten herkend. Die jagen hem weg of doden hem zelfs.

- In de film wordt geen Pools of Kroatisch gesproken, zelfs vrijwel geen Tsjechisch. De regisseur Václav Marhoul, die ook het scenario schreef, koos voor het Interslavisch, een soort Slavisch Esperanto.

- Om de haverklap zien we mensen op reis die een conservenblikje dragen aan een touw, met gaatjes aan de onderkant waarin kooltjes smeulen waarmee vuur kan worden gemaakt. Vuur was toen nog erg schaars op het platteland. Lucifers werden in tweeën gesplitst. Het blikje, dat de Komeet wordt genoemd, was dus bitter nodig voor de warmte, maar ook om de honden weg te houden.