Foto ter illustratie.
Foto ter illustratie. Foto: Politie.nl

11.600 reizigers kregen boete voor het niet dragen van een mondkapje in openbaar Vervoer

Door: Amber Kuijs Algemeen

BREDA - In totaal zijn er, sinds de invoering van de mondkapjesplicht in het openbaar vervoer, 11.600 boetes uitgeschreven voor het niet dragen van een mondkapje. Dat meldt NOS op basis van documenten die zij hebben verkregen. Ook zijn er bijna 5600 incidenten met boze reizigers gemeld.

Sinds 1 juni 2020 zijn reizigers in het openbaar vervoer verplicht om een mondkapje te dragen. Wie dit niet doet, loopt het risico een boete van 95 euro te ontvangen. Sindsdien zijn er al 11.600 boetes uitgedeeld aan reizigers die dit niet deden. Ondanks dat de NS eerder aangaf van de plicht af te willen, blijft de mondkapjesplicht na de versoepelingen van 25 september nog gelden. Ook zijn er bijna 5600 incidenten met boze reizigers, bijvoorbeeld scheldende of spugende passagiers, gemeld. 

Uit de documenten die de NOS heeft gekregen met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) blijkt dat er voorafgaand aan de invoering van de mondkapjesplicht achter de schermen een flinke discussie is gevoerd over wie er moest handhaven. De politie weigerde op te treden tegen mensen die geen masker zouden dragen in het ov. Ook binnen de overheid was er wekenlang onenigheid over wie er moest handhaven en op wellke manier dit moest gebeuren. Volgens de NOS waren juristen waren het niet eens in welke wet de mondkapjesplicht moest worden opgenomen: de Wet Personenvervoer of in de corona-noodverordeningen (en later -noodwet). Welke wet gekozen werd, zou bepalen in hoeverre er opgetreden kon worden en of niet alleen buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s), maar ook agenten zouden kunnen handhaven.De politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid stelden dat boa’s verantwoordelijk zijn voor de handhaving in het openbaar vervoerd, dus ook de mondkapjes plicht. 

Toen het kabinet de Tweede Kamer op 14 mei 2020 informeerde over de mondkapjesplicht was het nog altijd niet duidelijk wie de regel zou gaan handhaven. Uit de documenten blijkt echter dat justitieminister Grapperhaus achter de schermen al duidelijk gemaakt dat deze taak niet bij de politie zou liggen. “Minister JenV wil koste wat kost voorkomen dat er discussie ontstaat over de vraag of de politie dit moet gaan handhaven. OV moet zelf handhaven”, aldus een ambtenaar. Ook ontstond er tussen partijen discussie wanneer boa’s de politie om hulp konden vragen. Een bekeuring kwam er volgens de politie alleen na een aangifte. “Er dient dus daadwerkelijk een strafbaar feit gepleegd te zijn en niet een scheldpartij”, is volgens de NOS te lezen in een intern memo.

Uiteindelijk werd besloten dat de mondkapjesplicht formeel gezien onder de corona-noodverordening valt. De boa’s moeten handhaven of deze coronaregels van de vervoerders opgevolgd worden. Zij mogen de politie inschakelen wanneer de situatie dreigt te escaleren. Dit is aan het begin van de invoering een aantal keer nodig geweest. Al is het niet duidelijk hoe vaak precies. In een reactie aan de NOS laat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat weten dat het overleg onder hoge tijdsdruk stond maar “open en resultaatgericht” was. Volgens de ov-bedrijven was de discussie over de mondkapjesplicht nodig “om helder te krijgen wat de rolverdeling zou worden”.