Afbeelding
Foto: Hanneke Marcelis

Eindelijk kan er geproost worden op het nieuwe Talentencentrum in Bavel

Door: Hanneke Marcelis Algemeen

BAVEL - De leerlingen van de Spindel, de Toermalijn en de kinderen van Kober Kinderopvang hebben er lang op moeten wachten: De officiële opening van het nieuwe Talentencentrum. Al sinds september hebben de drie organisaties het gebouw in gebruik. Maar vandaag kon er dan eindelijk feest worden gevierd. De kinderen leefden zich uit op grote springkussens, terwijl het bestuur en de directie samen proostten.

Dat was dinsdagochtend niet te missen dat het vandaag een feestdag is voor de leerlingen van het nieuwe Talentencentrum in Bavel. Op en rondom het schoolplein genoten de kinderen van allerlei activiteiten. Van een opblaasbare stormbaan en een draaimolen tot springkussens en suikerspinnen. “Het weer werkt gelukkig enorm goed mee”, vertelt directeur van de Spindel Barry Hellings. “Het is een stralende dag om dit heugelijke moment met elkaar te vieren.”

Nieuw gebouw
De leerlingen hebben relatief lang moeten wachten op de officiële opening van het nieuwe gebouw. Het Talentencentrum werd namelijk al in september in gebruik genomen. Maar door de coronamaatregelen was een grote feestdag in de wintermaanden nog niet mogelijk. De in gebruik name van het Talentencentrum, dat een prijskaartje had van zo’n 13 miljoen euro, betekende een grote verandering voor het onderwijs in Bavel. Kober, de Toermalijn en de Spindel delen nu samen één gebouw. Dat heeft voor de kinderen uit Bavel het belangrijke gevolg dat ze ineens samen spelen op één schoolplein. “We hebben een bovenbouw- en een onderbouwschoolplein, en dus géén Spindel en een Toermalijn schoolplein”, legt Hellings uit. En ook de peuters van Kober kunnen al samen spelen met de kleuters van de basisscholen.

Bertine Rijnhout van Kober Kinderopvang is enthousiast over de nieuwe verbinding tussen de kinderen en de organisaties. “Ook al zat er vroeger misschien maar 30 meter tussen onze gebouwen, toch was verbinding zoeken soms lastig. Je ziet nu dat dat echt verandering in is gekomen. De leerkrachten zien de kinderen van de kinderopvang al, en ook de lijntjes tussen onze pedagogisch medewerkers en de leerkrachten zijn veel korter geworden.”

Open deuren
In het Talentencentrum staan de deuren van de Toermalijn, Spindel en Kober voor elkaar open. Zowel figuurlijk als letterlijk. Er is in het gebouw geen strenge scheiding tussen welk deel van de Toermalijn is, en welk deel van de Spindel is. “Ik loop gewoon via de Toermalijn als dat de kortste route is”, vertelt Hellings lachend. En de BSO heeft zelfs niet eens een eigen ruimte in het gebouw. Zij maken gebruik van de ruimtes van de scholen die na schooltijd leegstaan. “Dan móet je ook wel samenwerken”, aldus Rijnhout.

Duurzaamheid
Voor Gert-Jan Heeren, directeur van de Toermalijn, is het nieuwe schoolgebouw een grote wens die in vervulling gaat. Want van de drie organisaties was er niemand zo hard aan de vernieuwing toe als de Toermalijn. Die school zat immers in een tijdelijk gebouw dat 5 jaar zou blijven staan, maar uiteindelijk 25 jaar gebruikt werd. “Allereerst is het echt een impuls voor het onderwijs. Bijvoorbeeld doordat we nu ook buiten les kunnen geven op de leerpleinen. Maar ook qua duurzaamheid is het een geweldige stap vooruit.” Het gebouw van het Talentencentrum heeft onder andere zonnepanelen, een warmte-terugwin-systeem en een groen schoolplein.

Ondanks de nauwe samenwerking, blijven de Spindel en de Toermalijn wel twee aparte scholen. Ieder jaar kijkt het bestuur naar de verdeling van de klaslokalen in het Talentencentrum aan de hand van het leerlingenaantal. Momenteel heeft de Spindel zo’n 400 leerlingen en de Toermalijn zo’n 300 leerlingen. “De verschillen tussen de scholen worden steeds minder groot. Zo zijn we bezig met het opzetten van een klusklas, en werken we dan gewoon meteen samen met de Spindel. Toch blijven we ook ons eigen karakter zeker behouden”, legt Heeren uit. “Maar uiteindelijk geven we een euro liever uit aan samenwerking, dan aan nutteloze concurrentie. Want dat is waar het onderwijs beter van wordt.”