Ambitie

Column

Een van de trainersclichés uit de voetbalwereld schiet me de laatste dagen geregeld door het hoofd: kampioen word je niet in de wedstrijden tegen de topdrie, maar in de potjes tegen de voetbalkleintjes.
NAC won vrijdagavond van De Graafschap. Een van de kleintjes, nummer zestien op de ranglijst. En NAC won ook al van Volendam, nummer achttien. En van een tobbend Roda JC, nummer zeventien.
Het voert misschien wat ver om te zeggen dat NAC kampioen gaat worden, maar je vraagt je wel af of de ambitie – in elk geval voor dit seizoen – niet wat bijgesteld moet worden. Voorzichtigjes klinkt uit sommige monden ‘bovenin de subtop meedoen’.
Dat is een veilige uitspraak. Mocht het onderin de subtop zijn (waar begint die trouwens, en waar houdt die op?), dan is er nog niks aan de hand, is dan de boodschap. Voor nu mag het best ambitieuzer. Want ondanks het wegvallen van drie vaste waarden, Lurling en Mtiliga (geschorst) en Reuser (lange tijd geblesseerd), doet NAC wat het daarvoor ook deed: winnen.
Blijkbaar hebben de Bredanaars iets wat concurrenten niet hebben: een selectie die voldoende breed is om tegenslagen op te vangen, zonder alles op zijn kop te moeten zetten.
Dat, en de constatering dat de geel-zwarten het goed doen tegen de laagvliegers, maakt dat de trots en het zelfvertrouwen er best meer vanaf mogen spetteren.
Nog zeven wedstrijden tot de mini-winterstop, met Heracles (11), Sparta (15), ADO (12), Feyenoord (14) en Vitesse (13) nog voor de boeg. En de toppers tegen NEC en Ajax.
Ik zou zeggen: Alles of Niets.
Succes.