Heb je even voor Frans?

Column

Nu had ik hem al op moederdag gewaarschuwd dat hij meer aandacht aan Mariska moest geven, gaat het zelfs van kwaad tot erger. Het is al weken bezig en ik kan mijn mond niet langer houden.

Dat Frans naast het zingen blijft bijklussen, is heel vervelend. Tuurlijk zal hij daarvoor een flinke som incasseren, maar ja, intussen zit Maris thuis te verpieteren. Na het debacle van Marco zit de schrik er misschien behoorlijk in en geeft ze Frans het voordeel van de twijfel. Wat nevenactiviteiten kunnen financieel geen kwaad. Je weet maar nooit.

Maar goed, dat bijklussen moet wel een baan blijven. Kijk nou eens wat er gebeurt, hoe Frans grijnst. Dat noem ik eerder blij-klussen. Staat hij daar te showen naast een mooie krullerige juffrouw die zich poezig tegen hem aan vleit. Hij lijkt het allemaal reuze aangenaam te vinden. Dat schijnheilige mapje in hun handen, daar trap ik ook niet in. ‘Kijk, het is voor zaken wat we hier allemaal doen, hoor.’ Ja ja, de goedkoopste smoes van Nederland, zal je bedoelen.

En dan het ergste: hij staat in een badjas. Nu wil ik er niet naar gissen wat daar onder zit - of juist ontbreekt -, maar die badjas alleen al. Wanneer tref je iemand nou in een badjas? Dat heeft toch iets intiems! En zelfs al zou Frans geen blote knie aan de juffrouw hebben getoond, vind ik het allemaal hoogst bedenkelijk.

Kortom: het geheel dreigt te escaleren. Staat Frans binnenkort langs de Bredase wegen in zijn piemelnakie met een verjongde versie van Kim Hollander? Zien we hem bijklussen in het soort films dat vooral na middernacht wordt uitgezonden?

Dat willen we allemaal niet. Zeker niet voor Mariska en hun vier bloedjes van kinderen. Een goede relatie kan veel hebben, maar er zijn grenzen. We zitten niet op een Martin Morero (uit Gooische Vrouwen) in Brabant te wachten. Echt, we moeten iets ondernemen. Al is het maar een lading briefkaarten aan Mariska als steunbetuiging. En Frans moest zich schamen. Foei. Pak voor de broek, gewoon met de mattenklopper. Niet met een zweepje natuurlijk. Dat zou hij wel willen, de snoeperd.