Licht zwetend en hijgend....

Column

In ons huishouden is het elke maand weer een bittere strijd: wie heeft ‘m het eerst!?? U snapt, we hebben het over Breda-Nu, het meest opgewekte stukje drukwerk dat in Breda wordt verspreid.

Het oktobernummer stemt mij meteen zomers: ‘Voorrang voor bouwplannen die passen bij ontwikkeling Breda’, meldt Breda-Nu op de voorpagina. Kijk, dat is aanpakken, dat is nadenken, dat is sturen op hoofdlijnen, prioriteiten daar aanbrengen, waar ze het beste renderen: Plannen die passen bij de ontwikkeling van Breda. Dus de plannen die niet passen bij de ontwikkeling van Breda krijgen mooi géén voorrang. Gelukkig komt er geen ‘algehele bouwstop’, meldt wethouder Arbouw, dus de ontwikkelplannen om het zieltogende en onbestuurbare NAC van een wisse ondergang te redden gaan gewoon door.
Kijk, da’s nou mooi nieuws. Daar zouden BredaVandaag en BN/DeStem een puntje aan kunnen zuigen. Positief nieuws! Nee, dan Breda-Nu: ‘Herinrichting pad langs de Mark naar wens van gebruikers’. Naar verluidt, maar dit stukje heb ik wat snel doorgenomen, zo opgewonden maakte mij de gedachte aan waarderend vernieuwende infrastructuurparticipatie, hebben wielrennerploegen én ouderenbonden een knap compromis weten te vinden om het 80 centimeter brede pad vlak langs de rivier optimaal uit te nutten.
‘Aanpak vroegtijdig schoolverlaten!’ juicht de uiting. En, vertelt wethouder Saskia Boelema erbij: “Mijn hart ligt bij het oplossen van dit probleem.“ Dan is één ding zeker: Van dit probleem zijn we volgend jaar af.
Aan mij persoonlijk was ook gedacht in dit prachtige nummer van Breda-Nu. Wat ik altijd al had gedacht blijkt waar te zijn, zo lees ik in een doorwrocht artikel met als kop ‘Fit blijven op leeftijd’. Ja, ik wandel elke dag best wel een stukje. Of ik fiets. Om conditie te houden. En dan kom ik thuis, licht bezweet en een tikje hijgend.
Wat blijkt: Er schuilt een fysioloog in mij. Want wat meldt dit prima artikel in Breda-Nu: ‘Om conditie te houden, is het noodzakelijk om licht te zweten en te hijgen door beweging’. En ik voel me al zo lekker, als ik Breda-Nu in de hand heb!
Besef van nietigheid overvalt me en diep respect welt op voor het college dat ‘de kunst van het loslaten’ tot motto verheven heeft en verantwoordelijk wil teruggeven aan de mensen (die deze immers ook prima zelf kunnen dragen), als ik lees: ‘Mobiel en digitaal melden’.
Lees mee en juich over zoveel inlevingsvermogen: “U fietst bijvoorbeeld op het fietspad en een afgevallen tak verspert uw weg.” Een tak. Midden op het fietspad! Vermoedelijk van een boom gevallen, maar die informatie biedt het bericht niet. Of toch een hinderlaag? Nu wordt het spannend. Hoe te handelen? Wat te doen?, zouden woorden van Lenin zijn geweest, aan de vooravond van de Russische Revolutie anno 1917.
Ons college in Breda-Nu in 2010: “Maak een foto en stuur deze naar de gemeente.” Nee, u hoeft niet eerst terug naar huis om de camera te halen, die heeft u bij zich. Uw mobiel! Dat ís een fototoestel. En ja hoor, hier ontrolt zich de climax van de aan de, mogelijk licht zwetende en hijgende, fietsende burger teruggegeven verantwoordelijkheid: “Uw mobieltje geeft door waar u bent. De gemeente krijgt dan uw melding en kan direct in actie komen.”
Ogenblikkelijk rukken de gemeentelijke takkenrapers uit naar de plek des onheils om de gestrande fietser, kromgebogen over de tak, uit zijn benarde positie te bevrijden! Excuses worden aangeboden, uiteraard uit naam van de in gebreke te stellen wethouder van bomen en takken, de GroenLinkser W. Willems. En als de in puike conditie verkerende dienaren der gemeenschap het struweel terzijde hebben weten te schuiven, staat niets een onbezorgde voortzetting van de fietstocht in de weg. Of er moet natuurlijk nét op dat moment een rollatorgebruiker uit tegengestelde richting aankomen.
Ai. Nu bekruipt me toch een vederlichte ongemakkelijkheid. De bestuurlijke veronderstelling dat het met de conditie van de doorsnee-Bredase burger zo is gesteld dat deze geen tak van het fietspad zou kunnen halen, is één ding. Zorgelijker lijkt me heel even de gedachte dat de gemeente, zodra ik iets meld, mij direct kan lokaliseren.
Nee, nee, nee. Ik móet die gedachte van me afzetten. Zo gaan we niet denken. Dat is moeilijk doen. Mee ophouden! De gemeente wil je alleen maar hélpen! De gemeente is mijn vriend! Breda-Nu is mijn lijfblad!
Even buikademhalen….. Hè, gelukkig. Gedachte verdrongen. Betere gedachte: Nog een paar weken. Misschien moet ik de bezorger tegemoet zien te lopen. Of me, per fiets, naar de stadsdrukker begeven! Dan heb ik ‘m zeker als eerste! En dan, licht zwetend en hijgend, de eerste prachtige artikelen tot me nemen! Gokje voor de voorpagina van november: ‘Bouw kerststal gaat gewoon door!’