De vijf van Breda

Column

Deze week al gedoe met het kabinet. Er is een staatssecretaris met een dubbel paspoort betrapt. Niet eens een moslim. Toch mag dit niet van de Blonde Bovenbaas van Nederland, want die is tegen dubbele passen en hij discrimineert niet. Lastig klusje nu voor hoofd personeelszaken Rutte.

Die zelf heeft ook nog wel eens hoog van toren geblazen om een staatssecretaris (Albayrak) met meer dan één pas aan de paal te nagelen, vanwege ‘dubbele loyaliteit’, wat dat ook moge betekenen voor nietig Nederland in een globaliserende wereldeconomie.

Nu krijgt Rutte het probleem als een boemerang terug. Dat krijg je ervan, wanneer inhoud en argumenten het verliezen in een wedstrijdje ‘wie kan het hardst schreeuwen dat het een schande is’. De nieuwe staatssecretaris van volksgezondheid, Marlies Veldhuizen van Zanten, is overigens geboren (Hyllner) in Zweden, niet meteen land dat bekend staat als leverancier van terreur of straattuig. Maar wie A zegt….
Enfin, met hun kretenslakerij van vandaag de dag bijten politici zichzelf af en toe op feestelijke wijze in de staart. Het volgende heeft daarmee niets te maken.

In heel Breda gemiddeld voelt een kwart van de mensen zich ‘ wel eens’ onveilig in de eigen buurt. Zeggen ze zelf. Dat lezen we in de Veiligheidsmonitor 2010. Daarin staat precies vermeld, hoe het met de veiligheid is gesteld.

Die Veiligheidsmonitor is een beetje lastig ding om harde conclusies uit te halen. Opvattingen en gevoelens van burgers (bij elkaar geharkt in een enquête, waarvan de vraagstelling niet bij het stuk is gevoegd) worden afgewisseld met heel veel, niet altijd even goed te vergelijken cijfers: over verdachten, cijfers over aangiften, cijfers uit de Misdaadmeter van het Algemeen Dagblad. Het is een beetje een soep, waarvan het recept in de loop van de tijd ook nog is veranderd. Niettemin stijgt hieruit de geur op dat het met de objectieve veiligheid - dus het aantal incidenten – de goede kant op gaat in Breda. Bredanaars voelen zich ook veiliger, al zijn er wijken waar de trend een stuk minder positief is.

Bij de bespreking van deze monitor in de commissie Bestuur, bleek de inzet van de VVD, zo leren de notulen, deze: ‘Elke burger heeft recht op een veilige leefomgeving’. Dat is nogal een uitspraak van bestuurders. Want wat is veilig? Is een beetje onveilig ook veilig? En waar ligt dan de grens? En: acht het stadsbestuur zich dan aanspreekbaar op de schade van elk ‘onveiligheidsincident’? Zal haast wel niet. Honderd procent veilig is het leven nu eenmaal niet. Ook daarom zijn dit uitspraken van het type onverstandige illusiepolitiek, hoe nobel het streven ook is.

Hoogste tijd dus om eens wat stadsmariniers uit de kast te trekken. Die had de lokale liberale leider dit voorjaar tijdens de verkiezingscampagne immers beloofd. En hoewel kordate slagvaardigheid zo ongeveer de lijfspreuk van deze nepsoldaten wordt, zo’n plan begint gewoon, als altijd, met een berg papier: een nota. Van VVD-wethouder (en ex-militair) Alfred Arbouw die in het nieuwe college wat taken en verantwoordelijkheden van de PvdA-burgemeester heeft ‘overgenomen’ en zich dus ook met veiligheid mag bezig houden. Stel je voor dat veiligheid een nieuwe ‘linkse hobby’ zou worden.

Vooral om Bredanaars meer veiligheidsgevoel te bezorgen, worden welgeteld vijf stadsmariniers aangesteld. Voor meer is er geen geld. Twee verbindingsregisseurs en twee veiligheidsregisseurs sneuvelen, overigens niet omdat die het slecht doen, maar vooral omdat meer kordate slagvaardigheid en dergelijke wordt verlangd. Per saldo komt er dus exact één functionaris bij. De vijf krijgen (samen) vier ton per jaar mee om acute klusjes direct, zonder vertragende procedures, te kunnen aanvatten. Niet hands up, maar hands on, is het credo bij deze niet-geüniformeerde minibrigade.

Het mag hoofdzakelijk om bevordering van een gevoel van veiligheid gaan, de verwachtingen zijn niettemin wel erg hoog gespannen voor de vijf die elk een stadsdeel voor hun rekening nemen. Eén ding is meegenomen: of ze slagen of mislukken is lastig objectief te meten. Iets te veel andere factoren die invloed uitoefenen. Zonder enige twijfel zal bij een verbeterend veiligheidsgevoel de VVD roepen dat het te danken is aan de vijf van Breda, gaat dat achteruit dan zijn al die andere factoren aan de beurt. Dat is overigens ook politiek.

Maar ik geef het hen te doen, deze duizendpoten. Alles moet anders en beter. Kordater. Sneller. Slagvaardiger. Wat staat hen onder meer te doen: in elke wijk meer zichtbaar zijn; voor elk probleem maatwerk leveren en voor de hele wijk ‘wijkveiligheidsplannen’ organiseren; toezicht houden; Jan en alleman, de politie incluis, op gedrag aanspreken; binding houden met de eigen organisatie en met een heel rijtje instanties van bestuur, onder wie een wethouder en de burgemeester; relaties koesteren met andere ‘veiligheidspartners’; een wijkfunctie én stedelijke functies vervullen; de hele santenkraam waar ze mee samenwerken – van jongerenwerk tot en met allerlei projecten in de wijk - ‘aansturen’; de ‘overlastoverleggen’ voorzitten; de lokale politieagenten op pad sturen (met een ‘korte responstijd’, want die is nu blijkbaar te lang – ben trouwens benieuwd wat de politiehiërarchie daar zelf van vindt). Bovendien moeten ze draagvlak creëren onder burgers en ondernemers om zelf ook wat meer aan veiligheid bij te dragen. En dit is een greep.

Gevraagd, derhalve: een ‘ 24/7-mentaliteit’.Een meer dan ‘24/7-inzetbaarheid’ lijkt hier gewenst. Veel zal afhangen van de vaardigheden van het kwintet om, onder forse politieke druk, doeltreffend samen te werken met én wijkbewoners en ondernemers én vertegenwoordigers van in de stadsdelen en wijken actieve organisaties. De benaming ‘stadsmarinier’ moet dan ook ogenblikkelijk door een betere worden vervangen. Wie biedt?