De kippengaascultuur

Column

Ik ben niet zo'n carnavalsvierder. Nooit geweest trouwens. Ik heb menig keer de optocht gezien. Het was altijd gezellig in 't Ginneken. Maar om nou te zeggen dat ik carnaval vierde? Nee. Niet echt.

Toch weet ik wat de echte carnavalisten, de bouwers, bezielt. Brainstormen over hoe het thema tot uiting kan worden gebracht. Welke materialen hebben we nodig? Hoeveel is er in kas? Ruwe schetsen maken. Hoogte, breedte, gewicht, maar ook krachten en vermogens in de gaten houden. Komen draaibewegingen goed uit?

Stalen profielen en betonijzer vormen de basis. Kippengaas moet uiteindelijk de contouren vormen. De plakkers met lijm en papier zijn de plastisch chirurgen van de bouwgroep. Zij creëren. Zij scheppen.

Anderen werken met naald en draad. Uniforme kleding voor de hele groep verhoogt de kans op een hoge eindklassering. Meters stof worden verwerkt. Naaimachines ratelen. Alles lijkt mogelijk.

Na de jaarwisseling gaat de beuk er in. Het carnaval nadert; de wagen moet klaar. Als het hele gevaarte 'in bruin' staat, kunnen ze beginnen aan de witte ondergrond. Daarna kan het kleurrijke spuitwerk worden aangebracht: de finishing touch.

Dit weekend gaat het gebeuren. Het resultaat van noeste arbeid zal getoond worden aan het belangstellende publiek.

Ik heb respect voor wat die vele vrijwilligers ons de komende dagen gaan tonen.
Respect voor de cultuur van het volk. Cultuur die niet te zien zal zijn in het Rijksmuseum.
En dat is maar goed ook.

De optocht blijft namelijk wél voor iedereen toegankelijk.
Zelfs bij meer dan 650 bezoekers.