Klagers hebben geen nood.

Column

Klagen, klagen en nog eens klagen. Nederland is een volk van klagers wordt vaak gezegd. We klagen over van alles. Het weer, ons werk, de vakantie, het salaris, en ja natuurlijk: de familie.

De Amerikaanse psycholoog William Doyle Gentry onderscheidt een aantal basisingrediënten voor geluk: veiligheid, tevredenheid, overzicht, rust, plezier, dankbaarheid en welbevinden. In een welvarend en geordend land als Nederland liggen deze ingrediënten voor het oprapen zou je zeggen.

Toch klagen we, omdat we ons onveilig en ontevreden voelen omdat we zo druk zijn dat we overzicht missen, geen rust kunnen vinden. We klagen omdat het ons aan plezier ontbreekt. We zijn snel ondankbaar en tarten ons welbevinden door ongezond te leven en daar klagen we vervolgens weer over. Klagen hoort gewoon bij de mens zou je dan bijna concluderen. Misschien moeten we het gewoon accepteren en is het eigenlijk wel leuk dat mensen dat doen en is het een gegeven. Vooral hier in onze westerse maatschappij kunnen wij er wat van.

De komende periode gaat de temperatuur weer omhoog. U raadt het al, we gaan weer klagen bij de eerste de beste lente- (of zomer-)dag. Het lopersvolk kan er ook wat van. Het klagen over wind, warmte en koude is vaak niet van de lucht. Ja zelfs de parcoursen waarover gelopen moet worden zijn regelmatig reden tot klagen of gejammer. Klinkers, los zand, viaducten, heuvels, etc. Natuurlijk wordt er ook geklaagd over de lichamelijke gesteldheid. ‘Voel me niet goed, geblesseerd geweest’ ‘verkoudheid’.

Meestal is deze klaagzang het grootst vóór een wedstrijd. Vooropgesteld dat er zeker genoeg lopers zijn die niet of nauwelijks klagen kan ik stellen dat een ieder wel een keertje zeurt of klaagt. Je hebt natuurlijk de ‘altijd klagende’. Deze lopers hebben dat vaak nodig om zich te kunnen focussen. Verder heb je de ‘medelijden wekkers’. Dit zijn de gevaarlijkste. Ze willen je meesleuren in geklaag en proberen je op het verkeerde spoor te krijgen.

Maar de ergste zijn de ‘klagers na een wedstrijd’. Vaak staan deze bij de prijsuitreiking op het podium. Als je vraagt hoe het ging, dan is het antwoord: ‘nou, niet zo, ik had gisteren een feestje of nog erger, ja ik had nog wel last van mijn verkoudheid. Vaak zie je deze dame of heer dan weglopen met een grote beker (+ envelop met inhoud) en een bos bloemen.

Daarom kunnen we maar een conclusie trekken: klagers hebben geen nood, dus KEEP ON RUNNING.