Ger Heimans
Ger Heimans

Twijfel om de heren gracht

Column

Eén van de klanten in de winkel van mijn ouders, was een bijzondere man. Een bijzonder goed verzórgde man. Een heel áárdige man. Een man die altijd bezorgd was over mijn moeder, in verband met haar broze gezondheid. En die man had een vriend, daar woonde hij mee samen.

Er werd zelden over gesproken maar het was duidelijk. Deze man was homofiel. Maar ook een goede klant. Hij betaalde de rekening steeds op tijd en hij had nog goede smaak ook. Dat had mijn moeder wel gezien, die ene keer dat ze bij de heren thuis was geweest.

Het was begin jaren zeventig. De enige homo die Nederland kende was Albert Mol. Wat was het een sensatie toen Albert alle stereotype karaktertrekjes van een homo lekker sterk aandikte in de film “Wat zien ik”.

Gelukkig bestaan er tegenwoordig geen homofielen meer. Homoseksuelen daarentegen, zijn er volop. So what? In de loop der jaren is er heel wat veranderd. Stellen van gelijke sekse worden gelukkig steeds normaler gevonden en zelfs het homohuwelijk lijkt inmiddels de normaalste zaak van de wereld.

Maar pas op, juich niet te vroeg. De jonge homo op school heeft het niet makkelijk. De homo binnen bepaalde religieuze stromingen evenmin. Ook op menig werkvloer kan de homoacceptatie nog best een duwtje in de goede richting gebruiken. Volledige acceptatie is nog ver weg.

Maar dan zie ik het journaal. De twijfel slaat toe.
Twijfel, of het excentrieke gedrag tijdens de Gay Pride, de homoacceptatie ten goede zal komen.