Hennie van de Kar.
Hennie van de Kar.

Kater van vrijdag de dertiende

Column

COLUMN - Als ik om kwart voor vijf ’ s middags voor het eerst goed op de kalender kijk, snap ik waarom op deze dag alles anders is gelopen dan gepland. Vrijdag de dertiende! Terwijl ik dacht voorgoed afgerekend te hebben met mijn bijgeloof, is dat bijgeloof het daar zelf niet mee eens. Het negeren van deze datum, was achteraf bezien geen goed plan.

Terwijl mijn actielijstje alsmaar langer lijkt te worden, meldt onze rode kater zich rond het middaguur met een bebloed hoofd. Zijn ‘straatvrienden’ zijn dit keer wat minder vriendelijk geweest, wat hij heeft moeten bekopen met een flinke jaap op zijn kop. Ik kan van alles willen, maar dit moet eerst worden opgelost.

De eigen dierenarts is op vakantie; fijn voor hem, jammer voor ons. Gelukkig heeft hij zijn zaakjes netjes achter gelaten en enkele mogelijke vervangers op zijn antwoordapparaat gezet. Een daarvan is bereid om even naar het koppie te kijken. Dus belanden we op deze ongeluksdag in een volle wachtruimte van een dierenartspraktijk, waar behalve enkele andere klagende katten ook verschillende honden aanwezig zijn. Ze accepteren elkaar, maar daar is alles mee gezegd. Gepiep en gegrom met het klagelijke miauwen van onze rode pluizenbal daar hoog bovenuit. Een orkest, waarvan de instrumenten niet op elkaar zijn afgestemd.

Een half uur later en enkele tientallen euro’s lichter, terug naar huis. De moeite die ik dan nog doe mijn geplande werk voortvarend af te ronden, is tevergeefs. De concentratieboog neemt een voorschot op wat vrije tijd. Pas tegen de avond geef ik me over aan de dag door niets meer te willen. Morgen weer een nieuwe dag in bezig Breda.