Afbeelding

Weemoedig

Column

Het is al uren donker als ik de achterdeur achter me dicht trek. Op weg naar de Franse les met in het vooruitzicht een borrel bij de Dames Pellens.
De mist trekt als een deken om me heen en maakt Breda ineens erg klein. Of groot, het is maar uit welk perspectief je het bekijkt.
Het maakt me wat weemoedig, deze kleine wereld.
Dwingt tot bezinning. En dat allemaal op de fiets!
In gedachten verzonken trap ik door de kille avondlucht heen. Druppels op mijn jas, mijn muts, mijn wimpers.
Na de Franse les lijkt de wereld nog kleiner. Beslotener.
Met een medecursist fiets ik de Boschstraat in. Giechelend slingeren we wat over de weg heen alsof we een stel bakvissen zijn, op weg naar 'het leven'.
Onze stemmen klinken bedompt in de dichte atmosfeer.
Bij de Dames Pellens zetten we onze fietsen op slot en kijken naar de uitnodigende lichten. Dan besluiten we om de Beyerd binnen te stappen. Nét iets meer volk, nét iets minder Franse les. Het voelt als spijbelen. En weer overvalt een gevoel van nostalgie mij.
Spijbelen en ik, dat is best een tijd geleden.
Twee dagen later zit in de trein, onderweg naar mijn werk.
Het gevoel van weemoed is dan – net als de dichte mist – al lang verdwenen. Het gewone leven heeft het weer overgenomen van mijn gevoel.
Snel en bedrijvig, als altijd.
Dan lees ik in mijn krant op bladzijde 25 een stuk over De Faam. Nooit meer zoete geuren.
175 jaar de zoete geur van gummibeertjes voorbij. Op weg naar Turnhout.
Ik kijk naar het landschap dat voorbij snelt en plotseling is het weer terug.
Het gevoel van weemoed.
Tijd gaat voorbij. Snel. Ook voor Breda.
Tja.