Straatnamen vertellen de geschiedenis van Breda
Straatnamen vertellen de geschiedenis van Breda Babs Verstrepen

Op zoek naar de Bredase pijnboompit

Column

Geen idee hoe ik aan dit boekje kom. Heb ik het ooit van iemand gekregen? Heb ik het zelf gekocht? Komt het uit een zogenaamde erfenis en stond het vroeger bij oma op de plank? Ik heb werkelijk geen idee meer, maar ineens zie ik het staan en ik pak het. Het boekje ruikt een beetje muf, maar ik begin er toch in te bladeren.

In plaats van de straatnamen gewoon op alfabetische volgorde te bespreken, blijkt er een heel systeem in te zitten. De straatnamen zijn onderverdeeld in verschillende groepen zoals rivieren, bloemen, Nederlandse schilders en figuren uit de historie van Breda en omgeving. Figuren…het staat er echt, ik verzin het niet. De meeste groepen spreken voor zich, maar er zijn er een paar die tot de verbeelding spreken. Zoals de eerder genoemde figuren, groep 19, in het boekje.

Ik blader verder. Op pagina 117 kom ik Montensbos en Montenslaan tegen, een zeer fraai stukje Breda, zal ik maar zeggen. Ze blijken te zijn vernoemd naar Hendrik Montens, één van de voornaamste stadsambtenaren van Breda. Hij is verantwoordelijk geweest voor de financiën van de stad onder leiding van maar liefst zes Heren van Breda, van Jan IV tot aan Willem van Oranje. Hendrik Montens was daarnaast schout, en beheerder van het Mastbos. In opdracht van Graaf Hendrik III van Nassau heeft hij laten onderzoeken of de omgeving van Breda geschikt was voor de teelt van grove dennen. Het hout van deze bomen was destijds nodig als bouwmateriaal voor huizen. In 1515 bestelde Montens een paar zakken dennenzaad en liet ze zaaien.

We zijn nu precies 500 jaar verder en het Mastbos is nog steeds mijn favoriete bos in de omgeving. Samen met mijn neefjes en nichtjes heb ik er heel wat uren doorgebracht om te spelen en te wandelen. Maar ook om bramen te plukken en dennenappels te rapen. Soms keken we een beetje sip wanneer de dennenappel nog niet mooi opengeknapt was, want zo’n dichte appel vonden we niet mooi genoeg om mee naar huis te nemen.

Wat ik me nu pas realiseer is dat we destijds steeds een klein fortuin terug het bos in hebben gegooid. Die lelijke dichte dennenappels zitten namelijk vol met pijnboompitten, een onmisbaar ingredient in de huidige keuken. In de supermarkt kosten ze al snel 30 euro per kilo, maar in ons mooie bos zijn ze gratis.

Terwijl ik nog wat verder blader in het boekje besef ik dat ik eerder die week een vrouw met een grote vuilniszak door het bos heb zien lopen. Haar twee kinderen liepen vrolijk tussen de bomen te struinen en hadden kleinere zakjes bij zich. Af en toe raapten ze iets op van de grond. Ik heb me twee dagen afgevraagd wat zij aan het doen waren, maar nu begrijp ik het. Ze waren op zoek naar biologische pijnboompitten.