Afbeelding
Peter van de Kerkhof

Je echte leeftijd in Klinkende Cijfers

Column

Het was een van mijn favoriete sporten: oudere mensen fijntjes wijzen op hun leeftijd. Het liefst mijn net iets rijpere vrienden, of mijn vader. Maar deze week ben ik 29 geworden. Inderdaad ja, dat is bijna dertig. En op je dertigste kun je jezelf geen jongere meer noemen, althans niet met goed fatsoen.

Na de dertig tikt de teller richting de veertig en dan ben je toch wel grofweg op de helft van je leven. Ik weet dat ik op mijn tellen moet gaan passen. Zelfs op andermans verjaardagen denk ik dat, want als zij ouder worden, wat gebeurt er dan met mij?

Dus volgde ik voorzichtig de stappen die horen bij de ontkenningsfase van het ouder worden. Op mijn verjaardag bijvoorbeeld stond Forever Young van Alphaville op repeat.
Daarna viel ik de naderende dertig frontaal aan om mijn Peter Pan syndroom nog wat verder te cultiveren. Met gestrekt been dook ik in het uitgaansleven en beleefde twee dronken nachten. De volgende dagen leek de dertig verder weg dan ooit; ik voelde me  een miljoenen jaar oud fossiel. Een versleten autootje dat alleen nog naar de sloop hoeft te worden getakeld. Geen enkel onderdeel geschikt voor recycling.

Om een gevecht te winnen, kun je je tegenstander het beste naar jouw terrein halen.
Er wordt niet voor niets gezegd dat je nooit met idioten in discussie moet gaan. Ze verlagen je tot hun niveau en winnen dan op ervaring. Maar mijn gevecht met de spokende, klinkende cijfers van de dertig dan? Op welk terrein kan ik dat het beste uitvechten, wat is mijn homeground? Het café? Nee, daar verloor ik kansloos.
Het kantoor dan? De koffiezaak? Op de bank met Netflix? Ik kom er niet uit.

Op internet vulde ik een testje in: ‘Je Echte Leeftijd’. Het voorspelt niet hoe oud je daadwerkelijk bent, maar hoe je geestestoestand zich verhoudt tot een bepaalde leeftijd. Ik was vijfendertig jaar oud. Vijf-en-der-tig. Ik hoop dat ik dat nog een jaartje of tien kan vasthouden.

Steven van den Heuvel