Afbeelding
Peter van de Kerkhof

Melkmuil en dondersteen

Column

Er waren witte tuinstoelen bijgezet, zodat het hele gezelschap in de woonkamer paste. Met een trillend dienblad vol kopjes koffie en tompoezen kwam de vrouw des huizes aangewandeld. In de hoek van de kamer stond een donkere vitrinekast. ‘We zouden iets met social media kunnen doen,’ opperde een van de leden.

Bovenstaande scene kwam uit de documentaire over de Bond tegen het Vloeken. Die club van de posters met papagaaien waarop staat ‘wordt geen naprater’. Ze bespraken hun nieuwe strategie, (de papagaai was gedateerd) en die kwam neer op een guerrilla-achtige tactiek waarbij ze willekeurige mensen op straat gingen aanspreken op hun taalgebruik. Ik ging er goed voor zitten, want dit kon nog wel eens een spektakel worden. Het werd ontroerende televisie. Een steeds kleiner wordend clubje oude mannen in hun kruistocht tegen grof taalgebruik, bijgestaan door twee jonge mannen.

Een succes werd het niet, die straatbenadering. Er werd met ze gespot, ze werden geplaagd, maar ze bleven immer beleefd. Ik vond het aandoenlijk en heb er over nagedacht. Met een beetje vernuft zou de Bond tegen het Vloeken zich alsnog kunnen herdefiniëren. Vloeken is namelijk niet alleen erg aangenaam, het is ook nog eens functioneel.

In een latere scene in de documentaire wordt dat perfect gemanifesteerd. Een man met een montuurloze bril en bruine trui staat voor een klas met kinderen en vraagt of ze wel eens vloeken.
‘Soms noem ik mijn broertje wel eens een mongool’, zegt een blond jongetje. ‘Maar alleen als ik heel boos ben.’

Treffender had de kleine dondersteen - die overigens later in de uitzending vertelt dat zijn broertje een verstandelijke beperking heeft - het niet kunnen verwoorden. Schelden is een prachtig instrument om je boosheid te uiten. ‘Hup krachttermen’, zou ik haast zeggen. Het enige dat ik daarop aan te merken heb is de creativiteit waarmee schelden gepaard gaat. Die laat nog wel wat te wensen over en daar valt winst te behalen voor de Bond.

Helaas heeft de Bond tegen het Vloeken met creatieve scheldwoorden even weinig als met grof gekanker. Want wat is er nou mis met een welgemeende ‘addergebroed’, of een juist getimede ‘linkmiegel’. Als ze zich nou eens inzetten voor het gebruik van belegen scheldwoorden, wil ik aan de melkmuil die komt collecteren nog best een keer een donatie doen.

Steven van den Heuvel