Afbeelding

Je zal het maar hebben...

Column

Zelf liep ik er al een tijdje mee rond, maar niemand kon me precies vertellen wat ik mankeerde. Het stemmetje in mijn hoofd bleef maar door zagen dat er iets mis was, en uiteindelijk ben ik het internet op gegaan om het hypochondertje in mijn hoofd te voeden. Van alles heb ik gelezen en de diagnose werd steeds beroerder. Het blijkt zo erg te zijn dat ik er zelfs aan zou kunnen overlijden.

Het gaat om een ernstige afwijking aan bepaalde cellen in de hersenen. De eerste verschijnselen doen zich voor rond het 20e levensjaar. Het komt overwegend voor bij mensen die vanuit hun geboortestreek verhuizen naar een andere regio. Het blijkt een progressieve aandoening en er is slechts een kleine kans op genezing. Bij mij begon het toen ik vanuit Brabant naar de randstad ging, om te studeren. De aandoening waar ik het over heb heet ‘dialect-nivellering’

Afgelopen donderdagavond zaten we in de kroeg en kwam ik tot de ontdekking dat er veel lotgenoten in Breda te vinden zijn. Breda is een studentenstad met unieke HBO scholen. Die scholen trekken niet alleen studenten uit Brabant aan, maar ook van ver daarbuiten.

In de maanden oktober en november dienen de eerste patienten zich aan. Je hoort ze worstelen met hun taalgebruik en je herkent de randstedelijke invloeden. Een voorbeeldje: wanneer ze zeggen ‘heel erg’ wordt het woordje ‘heel’ uitgesproken met een geaffecteerde langgerekte ‘eeee’ en het woordje ‘erg’ klinkt als “ejjg’ met een rare ‘r’ en een soort harde ‘g’ aan het einde. In dit stadium is dialect-nivellering nog onschuldig en omkeerbaar. Dat hoor je wanneer de avond vordert. Wanneer ze een paar mix-drankjes op hebben, klinkt diezelfde zin ineens heel anders. Een deel van de Brabantse studenten valt dan terug in het eigen dialect en dan klinkt ‘heel erg’ weer gewoon als ‘heul errrug’. Bij mij was het helaas niet meer te stoppen en het Brabants is voor een deel verdwenen. Alleen die zachte ‘g’ niet, die is gelukkig gebleven.

Jullie denken dat ik overdrijf wanneer ik zeg dat je dood kunt gaan aan deze aandoening? Stel je de volgende situatie dan eens voor: Je zit met een groepje te eten op het terras van Sumo op de grote Markt. Links van je zit een goede vriendin en je bent heerlijk aan het kletsen. Rechts van je vraagt iemand om du’n assiebak. Je kletst lekker door en ondertussen geef je de gebakken rijst door. Even later zie je vanuit je ooghoeken het bakje weer terugkomen, en je neemt het aan. Zonder op te letten kieper je het bakje leeg op je Japanse bordje, en schuif je het met die stokjes onhandig naar binnen. Je verslikt je ernstig in de sigarettenpeuk die je buurman er zojuist in heeft uitgemaakt toen hij om de asbak vroeg. Niemand aan tafel neemt je geproest serieus et voila….je stikt omdat je leidt aan dialect-nivellering.

Babs Verstrepen