NAC speelde zaterdag 11 april met 2-2 gelijk tegen FC Dordrecht. Bij rust stond het 2-0.
NAC speelde zaterdag 11 april met 2-2 gelijk tegen FC Dordrecht. Bij rust stond het 2-0. Peter Visser

Het mooiste Avondje

Column

Vrijdagavond viert NAC het veertigjarig bestaan van het Avondje NAC. Zoals dat gaat bij jubilea, doet het denken aan het verleden. De eerste keer dat ik naar het stadion ging, op 30 maart 1996. Ik was met mijn vader.

Hij liep achter me zodat niemand me omver zou duwen. Ik had mijn winterjas nog aan. Zitplaatsen waren er niet aan de Beatrixstraat, alleen lange rijen betonnen trapjes. Nog voor de wedstrijd was begonnen had een fan van de aangrenzende tribune met een fakkel het golfplaten dak in lichterlaaie gezet. Onze kant van het stadion werd ontruimd en thuis, zo hoorden we achteraf, was mijn moeder in alle staten, omdat op ze op het Achtuurjournaal zag dat er brand was in het stadion. Mijn vader tilde me over een muurtje het stadion uit, er werd wat gelachen om ons heen en ik kreeg bier over mijn jas. Eng was het nooit en toen het brandje was geblust, ving de wedstrijd alsnog aan.

Na acht seconden scoorde Heerenveen. Romeo Wouden maakte ‘m. Tot nu toe nog steeds een van de snelste goals uit de Eredivisie. Op de tribune stonden mannen met platte petten te godveren en door hun scheldwoorden te koppelen aan de speler in balbezit begon ik langzaam wegwijs te raken in het elftal. ‘KutBrood’ was Ruud Brood en ‘Schijthuizen’ was François Gesthuizen. Ton Lokhoff kreeg minder gevloek over zich heen dus die moest wel goed zijn. De helft van de tijd stond er iemand voor me en zag ik niet wat er op het veld gebeurde. Gelukkig kreeg ik auditief de wedstrijd wel mee: de ‘Oehhh’s’ en ‘Ahhh’s’ van de tribune werkten als een extra paar ogen.

Het begon te regenen. Ons deel van het dak was nog niet afgefikt, maar het vak zonder dak werd druipnat. Vanaf de hoofdtribune aan de overkant werd er pesterig gezwaaid naar de verzopen collega-fans. NAC won met 5-1. Ik zei na afloop tegen mijn vader dat ik nog wel een keer wilde gaan. Zo geschiedde, we gingen nog een handvol keren, maar zo spannend als die avond werd het nooit.

Tot op heden blijft die wedstrijd mijn beste stadionervaring, en dat voor een eerste keer. Wat dat betreft ben ik een beetje verpest. Hoeveel mooier kan het nog worden? Dan moeten er wel haast dertig doelpunten vallen, het liefst allemaal van grote schoonheid, streakers het veld op lopen, vuurwerk vanaf de tribunes worden afgestoken en als klap op de vuurpijl vindt dit alles plaats in de finale van de Wereldkampioenschappen. Ik heb zin in vrijdagavond. Vooraf kan alles nog gebeuren.

Steven van den Heuvel