Afbeelding
Peter van de Kerkhof

Helemaal naar de Yuri

Column

Ik kreeg ooit de kritiek dat mijn stukjes zich alleen in cafés en treinen afspeelden. ‘Kom je nooit ergens anders?’, vroegen ze dan.
Ik bromde dat ik ‘heus wel’ op meer plekken kwam en vroeg vervolgens of de Fyra vandaag nog reed. Diezelfde week tekende ik op een plattegrond de routes die ik nam.

Van het wandelingetje naar de Albert Heijn tot de zwalkende fietstocht van café naar huis; elke bereisde straat markeerde ik met een stift. Hoe dikker de streep, des te vaker ik die route had genomen.

Nu wil ik niet de spelbreker zijn als u dit zelf gaat proberen, maar het is teleurstellend. Mijn leven beweegt zich langs een paar straten. Hier en daar sla ik een zijweg in, een fijnmazig spinnenweb wordt het echter nergens. Buiten die paar straten is de plattegrond onbeschreven en de wereld voor mij een tabula rasa. De plattegrond gooide ik weg. Als ik ooit nog iemand wilde betichten van een bekrompen wereldbeeld, was deze kaart het bewijs van mijn schijnheiligheid.

Gisteravond bewoog ik me via de vaste lijn naar mijn lievelingscafé. Een jongen met pils in zijn hand zei dat hij Yuri van Gelder een oetlul vond. Je drinkt geen bier als topsporter. Ik vroeg hem wat zijn topsportervaring was. Hij had er veel naar gekeken, zei hij en hij zou wakker blijven voor de 100 meter finale van Dafne Schippers. Iemand anders zei dat ze ‘helemaal naar de Yuri ging’, en sloeg een shot sambuca achterover. Menselijker dan Yuri worden ze niet, dacht ik, maar ik durfde het niet te zeggen. Ik was nooit geweest waar hij is.

Steven van den Heuvel