Afbeelding
Peter van de Kerkhof

Tranen

Column

Vrijdagavond passeerde ik op weg naar huis de al opgestelde podia en dranghekken van smartlappenfestival De Tranen van Van Cooth. Levensliederen en smartlappen doen me altijd denken aan de Josti-band; ik weet dat ik moet klappen uit beleefdheid, maar ik vind het niet om aan te horen. Gelukkig bepaal ik zelf of ik ga luisteren naar liedjes over de Spaanse costa en gebroken harten. Ik zal me dan ook verder inhouden over de muziek, mijn ergernis zit namelijk elders.

Een veelgehoorde klacht van liefhebbers van het levenslied is dat er te weinig échte Nederlandse muziek wordt gedraaid op de radio. ‘We wonen toch in Nederland?’, luidt de aanklacht. ‘Daar hoort toch Nederlandstalige muziek bij?’ De fans vergeten dat deze tot tranen toe roerende muziek net zo goed onderdeel is van een subcultuurtje als dat hiphop of metal dat is. De claim dat het levenslied staat voor Nederland is even kortzichtig als stellen dat we hier allemaal klompen aan onze voeten hebben. Er mag aandacht zijn voor de smartlap - er is zelfs een festival in het centrum van de stad - maar het is ook niet meer dan een onderdeel van onze diversiteit.

Dat het levenslied mainstream wordt, is alleen vervelend voor mijn oren. De meningen die ermee uit de onderbuik opborrelen en gemeengoed worden, bezorgen me pas echt tranen. Ze getuigen van een ten hemel schreiende dommigheid en bezitterigheid. Nederland zou weer Nederlands moeten worden (wat dat ook betekent), de gulden moet terug en we moeten uit de EU. Dan hebben de Grieken het weer gedaan, nu moeten alle Turken het land uit. Dit pruttelende laagje sentiment gedijt goed in een kalme wereld, dan blijft het op de bodem; rustig en onaangeroerd. Als de wereld wordt geschud, spuit de rotzooi naar boven als bij een colablikje.

Terug naar de muziek. Na het festival van vandaag kun je wandelen over de plastic bekers en krakende frietbakjes. Er zullen tranen zijn, van blijdschap. Kijk naar de overdaad, geniet van de avond, de muziek en blus de onderbuik met een goede lading pils.

Steven van den Heuvel