Afbeelding
Peter van de Kerkhof

Plekje

Column

‘Gooi alles maar weg’, zei hij. ‘Het is toch maar rommel’. We stonden voor een tjokvolle muurkast, de verhuizing was in volle gang. ‘Heb je een vuilniszak?’ vroeg ik en blies wat stof van een dvd-box. Mijn vriend gaf mij een paar plastic zakken en richtte zich op het verplaatsen van de bank.

Ik groef me een weg door de theelichtjes, dobbelstenen, ongeopende enveloppen, discolampen, speelkaarten, flessen drank en sleutels zonder sloten. Hier lag vier jaar aan herinneringen opgeslagen. Er was geen ordening of chronologische volgorde waarin het op de planken stond, maar alles had zijn eigen plek en tijd. Alleen de drank stond vooraan, die was het meest recent nog gebruikt.

Het was niet mijn verhuizing, maar ik gun iedereen een middagje struinen door zijn lades. Dichter bij het verleden kun je niet komen. Alle muntjes, bonnetjes en folders van waterpretparken brengen je terug naar plekken waar je anders niet bij kunt. Geen plaats is ooit hetzelfde en geen herinnering gaat dat ooit zijn.

Waarom alles weggooien dan? Misschien omdat de toekomst onbegrensde mogelijkheden biedt, althans in ons hoofd. Het is prettig om te vergeten; alles met de vuilzak naar buiten, ook het pijnlijke. Helaas werkt het niet zo. Je komt ook niet van een virus op je computer af door de prullenmand te legen. Daarom hou ik ook niet van rommelmarkten, daar ligt teveel oud zeer op de tafels, teveel wat niet af is.

Dan maar een dagje melancholisch opruimen. Bij elk voorwerp of ondefinieerbaar stukje plastic de laatjes in je brein opendoen, je afvragen hoe je het ook al weer in je bezit had gekregen, er weemoedig aan terug denken en het vervolgens opgeruimd achterlaten. Volgens mij is dat wat ze bedoelen als ze het hebben over ‘iets een plekje geven’.

Steven van den Heuvel