Afbeelding
Peter van de Kerkhof

Bangalijstje

Column

In de verkleedkoffer vond ik het jasje van een damesdispuut. Het was groen en had zuurstokroze letters op de achterkant. Toen ik het aantrok, kraakte het stikwerk bij de oksels. Jarenlang hing het aan de kapstok in mijn studentenkamer en op feestjes werd het om de beurt door mijn vrienden gedragen. Hoe ik aan het jasje kwam wist ik niet en hoe ik er met goed fatsoen vanaf kwam ook niet.

Het jasje was geen trofee. Niemand van de bangalijst was bij mij blijven slapen en in de schaamte van de ochtend haar jack vergeten. Zelfs een blinde eekhoorn vindt wel eens een beukennootje blijkbaar. Of althans, de schil.

Niet elke gedachte is het opschrijven waard. Zo is het een slecht idee om midden in de nacht, na tien bier, je liefde te betuigen via de app. Of in het donkerst van je woede een e-mail typen naar je baas; oef, niet doen. Een bangalijstje moet je ook houden bij kroegpraat. Natuurlijk wordt er gesproken over de tieten van een lekker wijf, maar als je dat soort geouwehoer wil documenteren en publiceren, ben je gewoon niet zo slim.

Het lijstje is niet alleen een dronken verzinsel, maar ook een nuchtere uitwerking. En daar wordt het eng. Dat betekent dat je niet alleen in je zatte geiligheid wat onzin uitkraamde, maar die onzin ook cultiveert tot iets wat serieus moet worden genomen. Het betekent ook dat de groep het vermogen om zichzelf te controleren volledig kwijt is. Wat dat betreft is het een goede leerschool, een studentenvereniging.

Steven van den Heuvel