Afbeelding

‘Naar links…Naar rechts…’

Column

Maandagochtend half zeven is per definitie niet mijn favoriete moment van de week. Het irritante geluid van de wekker luidt dan steevast het begin in van een nieuwe werkweek. Toch was de aanstormende week afgelopen maandag niet mijn grootste probleem.

Behalve de wekker hoorde ik namelijk nog iets anders. Het was een stemmetje in mijn hoofd dat zachtjes fluisterde dat ik dit maar niet te vaak meer moest doen. Dat stemmetje had ik eerder gehoord en ook toen had het iets met sport te maken.

Het lijkt bijna een ander leven maar ooit was ik jong en ging ik een paar keer per week naar de sportschool. In verband met andere verplichtingen besloten mijn buurmeisje en ik om die keer op een andere dag te gaan sporten. Op het programma stond een groeps-les met één of andere vage onuitspreekbare naam. In ons fitnesspakje waren we niet te onderscheiden van al die andere strakke meiden in de kleedkamer. Wisten wij veel.

Terwijl er een gezellig dreunend muziekje uit de gettoblaster knalde liep iedereen zelfverzekerd richting de martelwerktuigen die in de hoek van de fitnesszaal op ons lagen te wachten. We hadden geen idee wat er van ons verwacht werd dus keken we maar een beetje om ons heen en deden de andere meiden na. Matje, check. Bodybar met gewichtjes, check. Verzwaarde enkelbandjes, check. Fitness steps, check.

In het begin ging het allemaal nog best aardig maar na een half uur van ontelbare squats, jumps en lifts die elkaar in een dodelijk tempo opvolgde, was het op. Een blik in de spiegelwand vertelde me dat we nu wèl te onderscheiden waren van de andere meiden. Daar waar zij er gewoon nog even fris en fruitig een paar push-ups uitdrukten, lagen wij met uitpuilende ogen op ons matje naar adem te happen. Uiteindelijk heeft het drie dagen geduurd voordat we onze lichamen dusdanig onder controle hadden dat we weer normaal een trap op konden lopen.

Dit keer had de oorzaak van mijn hevig protesterende lichaam weinig te maken met een sportieve daad van mijzelf. Toch waren de woorden die het stemmetje in mijn hoofd fluisterde dezelfde ‘Dit moet je maar niet te vaak meer doen.’ Gedurende de rest van de loodzware maandag bleef het stemmetje zichzelf steeds dwingender herhalen, terwijl een ander stemmetje in mijn hoofd bleef nagalmen ‘Naar links…Naar rechts…

Ach, sport is blijkbaar gewoon niet mijn ding.

Babs Verstrepen