Afbeelding

Duidelijker kan èchte liefde niet zijn

Column

Een tijd geleden vroeg een vriendinnetje me hoe je echte liefde kunt herkennen. De struggle van elke veertiger met een pijnlijke echtscheiding achter de kiezen. Ik moest haar het antwoord schuldig blijven. Nu weet ik het wel.

Ik zit met mijn boek in het park. In de verte wordt het podium voor de Parkies van vanavond opgebouwd. Over een paar uur zal het geweld weer losbarsten maar nu is het nog heerlijk rustig om me heen. Een stukje verderop zit een jonge mama met een peuter op een picknickkleedje. De concentratie waarmee ze haar kindje te eten geeft raakt me. Haar serene bewegingen die het lepeltje naar het kleine half open mondje brengen. Haar ogen die elke beweging van het mondje waarnemen en de manier waarop ze die vertaalt in subtiele beweginkjes van haar eigen mond. Alles straalt rust uit. Zo ziet onvoorwaardelijke liefde er uit.

Helaas is er sinds de dag dat mijn vriendinnetje de bewuste vraag stelde een boel gebeurd. Een onoplettende automobilist heeft ervoor gezorgd dat haar leven voorgoed veranderd is. De zomers zullen voorbij gaan zonder dat zij rosé zit te tutteren op een kleedje in het park. Haar leven bestaat nu uit ademhalen, ongeveer het enige dat ze ècht zelfstandig uit kan voeren.

We hebben het er vroeger wel eens over gehad. Over hoe we op onze oude dag rollatorraces zouden houden in de gangen van het verpleegtehuis. Allebei zo dement als een deur en de tegenslagen van het leven al lang vergeten. Dat we op elkaar zouden letten wanneer het mis zou gaan. Omdat we tegen die tijd liever meteen pats boem dood willen gaan zonder een nare tussenfase waarin we kwijlend in een stoel hangen.

Nu zit ik naast haar bed en houd haar hand vast. Haar vriend komt binnen met een kommetje. Lunchtijd. Een zompige substantie die, voordat de staafmixer erin ging, een verse Mediterraanse tomatensoep was geweest. De overeenkomst met de jonge mama in het park overvalt me en een traan rolt over mijn wang.

Lief vriendinnetje, ik weet niet of je me kunt horen, en zo ja of jouw hersenen de woorden die ik zeg nog begrijpen. Ik vertel haar dat ik eindelijk het antwoord op haar vraag weet. Dat het terecht is dat ze zich waarschijnlijk over veel dingen zorgen maakt, maar dat ze zich geen zorgen hoeft te maken over liefde. De hand die de lepel voorzichtig naar haar lippen brengt zegt veel. De ogen waarmee hij haar minimale bewegingen onafgebroken volgt en hoe zijn eigen lippen meebewegen, vertellen de rest. Dit is èchte liefde.

Babs Verstrepen