Snelle lopers laten zich lastig vangen

Sport

Al 23 jaar is Frans Jacobs microfonist bij de Singelloop. Diezelfde tijd probeert hij snelle lopers naar Breda te krijgen. Ook dit jaar staan ze weer aan de start, de vlugge jongens en meisjes. Ondanks de omwegen die hij tegenwoordig moet bewandelen. “Vroeger belde je gewoon met de lopers zelf. Dat is niet meer.”
>> Alles over de Singelloop
>> Foute brief naar deelnemers
>> Lees ook column van Colin Bekers over voorbereiding op Singelloop

PRINSENBEEK – Op zijn keukentafel liggen de stapels met uitslagen en deelnemerslijsten. Jacobs is druk. Niet meer met zijn werk, daar is hij net een half jaar mee gestopt, maar met de atletiek. Al jaren ‘rent’ de Prinsenbekenaar van wedstrijd naar wedstrijd om de lopers binnen te praten en het publiek bij start en finish op de hoogte te houden van het wedstrijdverloop.

Jacobs rolde eigenlijk bij toeval in het wereldje van microfonisten. Sukkelend met een blessure moest hij zijn renschoenen aan de wilgen hangen. “Maar bij Sprint zaten toch mijn vrienden, dus bleef ik daar komen, voor een bakkie koffie. Op een gegeven moment zocht Cees Maas, de wielerman, maar toen deed hij vooral atletiekwedstrijden, een hulpje, en van het een kwam het ander.”

Inmiddels is Jacobs een veelgevraagd speaker, en is hij de Cees Maas van de atletiek. Doet hij al weer een aantal jaar de marathon van Rotterdam, Egmond aan Zee, de van Dam-tot-Damloop, Tilburg Ten Miles. En uiteraard de Singelloop, waar zijn rustige donkerbruine stem dus al jaren over de Grote Markt schalt.

In Breda vervult hij een dubbelrol. Hij stelt er ook het deelnemersveld samen van de halve marathon, dé wedstrijd op 5 oktober. In de 23 jaar dat hij dat doet, is er veel veranderd, blijkt.
“In de jaren tachtig was het simpel. Ik belde met die jongens zelf. Marti ten Kate, Gerard Nijboer, en vroeg of ze er dit jaar weer bij waren. ‘Ik heb de datum al in mijn agenda staan’, kreeg ik dan vaak als antwoord. Dan bood ik ze wat geld en dan vroegen ze of er 50 gulden bij kon. ‘Want vorig jaar kreeg ik al hetzelfde’.”

Die heldere lijnen zijn al lang verleden tijd. “Nu heeft het geen zin om een atleet zelf te bellen. Goede atleten bepalen hun wedstrijdschema niet meer zelf. Je belt met zijn manager. Samen met de atleet heeft die een heel schema in elkaar gezet op basis van de wensen van de loper. Die heeft dan met zijn trainer bepaalt dat hij in het najaar een snelle marathon wil lopen, en dat hij daarvoor dan en dan een halve moet lopen, of een tien kilometer.”

“Vervolgens begint het spel van de onderhandelingen. Je wordt tegen elkaar uitgespeeld. Hij kan ook daar lopen, voor zoveel, hoor je dan. Nu ben ik met een loper van de manager ook schermt met een wedstrijd in Schotland. Dan probeer ik op hem in te praten of die loop die reis wel waard is. En of die extra kosten opwegen tegen het extra startgeld.” Hij laat zich niet zomaar in de luren leggen. “Ik kom natuurlijk veel lopers tegen, en veel managers. Maar ik spreek ook wel andere organisatoren. Dan hoor je ook wel eens wat. Maar het gaat nu een stuk lastiger dan begin jaren tachtig, dat wel.”

De Singelloop heeft geen budget waar tientallen toppers mee aangetrokken kunnen worden. Hoe krijgt hij dan toch die snelle lopers en loopsters? “Je moet het wereldje kennen, weten welke atleet bij welke manager zit. Belangrijk is ook dat je weet waar een atleet in zijn programma zit. Een voorbeeld. Ik wil alleen Kenianen die net in Europa zijn. Waarom? Omdat die jongens hier niet voor hun vakantie komen, die lopen elke weer een wedstrijd. En dan zijn ze bij hun zesde of vijfde wedstrijd niet meer honderd procent. Dus wil ik dat de Singelloop hun eerst, of tweede is, dat ze net van hun hoogtestage komen. Je moet dus weten wie er in vorm is.”

In Breda spurten over een week geen tientallen Kenianen langs de singels. Jacobs probeert er een gevarieerd veld van te maken. Het liefst met zoveel mogelijk Nederlandse toppers. “Maar een topveld aan Nederlanders, dat lukt nooit meer. Vroeger liepen de Nederlandse atleten nooit in het buitenland. Ten Kate, Nijboer, die liepen altijd hier. Maar nu woont bijvoorbeeld Koen Raaymakers de helft van de tijd in Kenia, zijn er lopers op hoogtestage in Font Romeu of in Kenia.”

Desondanks heeft Jacobs er vertrouwen in dat hij snelle lopers aan de start krijgt en dat het parcoursrecord gebroken wordt. “Dat staat al veel te lang.” Hij zal het met veel enthousiasme over de Grote Markt laten schallen, komende zondag.