Hard werken en een beetje geluk
SportBREDA – Het seizoen zit er inmiddels al weer een paar weken op. Hockeyclub Breda zag de vrouwen promoveren naar de overgangsklasse en de mannen net niet. “Het is het resultaat van hard werken, en een beetje geluk”, zegt voorzitter van de commissie tophockey Robbie Pastoor.
Pastoor, in het dagelijks leven Directeur Human Resources bij Perfetti Van Melle, kijkt tevreden terug op het seizoen. “Want aan het begin van het seizoen had niemand zijn geld durven zetten op heren 1, na de winterstop bleken veel jonge spelers veel verder te zijn dan we dachten. Ton van Poppel heeft die jongens echt beter gemaakt, en daar zijn we als club ook beter van geworden.”
Toch is het niet één trainer, of één speler die het verschil heeft gemaakt, geeft Pastoor aan. “Aan het begin van het seizoen hebben we een presentatie gegeven in het Chassé Theater. Daarin heb ik gezegd dat we in drie jaar een stabiele middenmoter willen zijn in de overgangsklasse, zowel met de dames als met de heren.”
Daarvoor koos Breda meer de weg van de geleidelijkheid, dan in het verleden, toen de club de top probeerde te bereiken via het aantrekken van sterke spelers en speelsters. “We zijn begonnen met het aanstellen van sterke trainers op de topteams, dus het eerste en tweede bij de dames en heren en de A-junioren. Vooral het tweede is belangrijk, dat moest ook een rol gaan spelen in de doorstroming van talenten naar het eerste. Daar heeft het in het verleden wel aan ontbroken.”
Volgens Pastoor werpt deze manier van werken al zijn vruchten af. “Er is al veel meer overleg tussen de trainers.” Die betrokkenheid stimuleert de club ook bij de spelers van de eerste teams. “Die moeten sinds dit seizoen bijvoorbeeld ook fluitbeurten meedraaien, weliswaar niet zoveel als andere teams, maar toch. Bovendien stimuleren we ze om training te geven aan jeugdteams. Dat heeft verschillende effecten. De jeugd vindt dat leuk, en bovendien komen ze op zondag kijken naar de verrichtingen van hun trainer. Dat levert dus extra publiek op, en dat heeft weer een positieve uitstraling op de sponsoren.”
De spelers kregen het sowieso meer voor hun kiezen. Want in gesprekken en tijdens trainingen werd ook hun persoonlijkheid onder de loep genomen. “Om ze op een andere manier inzicht te geven in hun persoonlijkheid. Hoe ze reageren op prikkels, hoe werken ze in teamverband. Met als doel dat ook de trainers daarvan profiteren.”
Het zijn kleine stapjes die Breda zet. Zo liet de club enkele keren specialisten komen voor een training, zo kwam Bram Lomans voor de strafcorner. Ook kregen alle topteams assistenten. “Ideaal gezien ga je naar drie keer in de week trainen”, weet Pastoor. “Maar dat is nog een te grote belasting voor spelers die niet in Breda wonen.” Het is waar theorie en praktijk met elkaar in botsing komen, net als bij de theorie over het tweede team. “Je zag dat dit bij de vrouwen nog niet goed werkte. Het tweede kan zijn rol pas volledig spelen, wanneer je eerste team een voldoende brede selectie heeft. Dat ontbrak nog.”
Komend jaar gaat het tweede jaar van het driejarenplan in. Hoe ziet Pastoor de periode erna? “Iedere sporter dient het hoogste na te streven. Dat doen wij dus ook. Maar vooralsnog zijn wij heel blij net de promotie van de dames naar de overgangsklasse en blij dat Eric Verzijden en Ton van Poppel bij ons blijven.”
