'Breda als opleider van de regio'

Nieuws

BREDA – Breda moet goed kijken welke kant het op wil, juist in tijden van crisis. “De stad moet slim op zoek gaan naar toegevoegde waarde,” zegt Rabobank-directeur Gerben van der Harst, in het eerste deel van een serie. “Breda zou zich meer moeten focussen op een rol als opleider van de regio.”

Door Wijnand Nijs en Erik Eggens
Van der Harst is directeur Bedrijven van de Bredase Rabobank. Hij ziet juist in deze tijd mogelijkheden voor Breda om zich meer en meer te profileren. Breda moet zich volgens Van der Harst vooral niet richten op transport en overslag. “Daar heeft de stad de vierkante meters niet voor. Nu al kan de stad niet voldoen aan de vraag naar meters.”

Automotive
Het is volgens Van der Harst duidelijk dat ook Breda te kampen heeft met de economische barre tijden. “Automotive, makelaardij, dat zijn voor de hand liggende segmenten waar het minder gaat.” Voor de hypothekenwereld heeft de terugval op de woningmarkt ook gevolgen. “Het aantal hypotheken dat is afgegeven in het eerste kwartaal is haast gehalveerd. Wij zelf hebben daar nog weinig last van omdat we met hetzelfde aantal mensen zijn blijven werken. Ons marktaandeel is daarom substantieel gestegen”

Universiteit
Maar andere bedrijven in Breda hebben er wel degelijk last van. Voor de stad komt het daarom aan op het maken van goede keuzes. “Breda moet faciliteren voor zijn omgeving, juist door de ligging tussen de wereldhavens. Daarom is het ook goed dat hier een universiteit komt.” De stad zou opleider kunnen worden voor de regio, zo denkt hij. “Dat zou een mooie rol zijn voor Breda. Bijvoorbeeld softwarejongens opleiden voor maintenancebedrijven in Roosendaal. Die mensen krijgen hier een opleiding en werken daar.”

Volgens Van der Harst begint deze visie steeds duidelijker te worden, ook binnen de gemeente Breda. “Breda als moeder van de regio. Zo moet je het zien. Mensen willen graag bij je zijn, Breda als kennis- en netwerkcentrum.”

Daarom is het ook nodig dat er meer kruisverbanden worden gelegd. Zelf is hij daar al druk mee doende. Namens de Rabobank heeft hij zitting in het Bredaas Coördinatieteam Economische Crisis (BCEC). Dat team, een initiatief van de gemeente Breda, en verder met mensen van de Kamer van Koophandel, de BZW en de gemeente denkt na over de aanpak van de crisis.

Oplossingen
“Onze rol is vooral het monitoren, hoe de lokale economie zich ontwikkelt en het leggen van verbindingen zodat de lokale bedrijvigheid gestimuleerd wordt.” Oplossingen ziet hij ook wel. “Waar nu landelijk over gesproken wordt, geldt ook voor Breda: haal investeringen naar voren. Als het zaken zijn die je toch al zou doen, dan betaalt zich dat terug. Denk aan investeringen in duurzaamheid. Voor de gemeente Breda bijvoorbeeld: zijn er plannen om LED-buitenverlichting in te voeren, doe dat dan nu.”

Breda: creëer platform
Zo ziet hij meer rollen en mogelijkheden. “De gemeente Breda zou een platform kunnen creëren waarbij ze vraag- en aanbod van werk matcht. Bedrijven in de regio weten dan beter van elkaar waar behoefte aan is.”

De bank zelf gaat ook meer die rol vervullen. Behalve een rol in het BCEC, is de Rabobank ook betrokken bij het verstrekken van innovatieve financieringen. “Samen met de Rewin, de BOM en Avans proberen we voor innovatieve ondernemers, starters of snelle groeiers de weg te vinden naar alternatieve financieringsbronnen. Die zijn er namelijk wel, bijvoorbeeld het Innovatieplatform van Balkenende. Alleen vinden bedrijven het lastig die bronnen te vinden. Wij brengen die partijen bij elkaar.”

Symposium
Ander voorbeeld. “We gaan een symposium organiseren voor toerisme en recreatie, aansluitend op de impulsnota van het ministerie van economische zaken genaamd: “Pieken in de Delta”. Daarmee willen we Zeeland en Breda dichterbij elkaar brengen. Denk bijvoorbeeld aan een opdroogarrangement, waarbij mensen die een camping hebben geboekt in Zeeland een goedkope hotelovernachting kunnen boeken in Breda bij slecht weer, om een paar dagen op te drogen.” Het is zomaar een idee, benadrukt Van der Harst. De echte plannen moeten komen van de ondernemers. “Wij faciliteren slechts, ondernemers zelf moeten de kar trekken.” Daarom komt er een masterclass voor een groep van veertien ondernemers om ideeën op te doen voor het symposium. “Wij willen dat er communities ontstaan, die met meer kracht dit gebied op de kaart zetten.”

De reden voor deze rol als facilitator? “Wij zijn er natuurlijk ook bij gebaat als de economie lekker draait. Als we dat op deze manier kunnen stimuleren, dan zullen we dat zeker doen.”