Burgemeesters willen regionaal overleg over coffeeshops

Nieuws

BREDA - De burgemeesters uit het politiedistrict Breda vragen aan korpsbeheerder Vreeman om de problematiek rond het gedoogbeleid van coffeeshops regionaal aan te pakken en op te lossen. Dat schrijft burgemeester Van der Velden van Breda namens zijn collega's van Etten-Leur, Rucphen, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Zundert in een brief aan de korpsbeheerder.

Aanleiding is het besluit van Roosendaal en Bergen op Zoom, vorige week, om alle gedoogde coffeeshops in beide steden te sluiten om zo de overlast en criminaliteit die met het drugstoerisme gepaard gaan, te laten verdwijnen.

In de districtsvergadering van 29 oktober hebben de zes burgemeester de mogelijke gevolgen van dit besluit voor deze regio besproken. De burgemeesters betwijfelen in het politiedistrict Breda twijfelen of sluiting van de coffeeshops het gewenste resultaat zal hebben. "De vraag naar softdrugs zal immers niet verdwijnen", zo schrijft Van der Velden namens de zes gemeenten.

"De situatie rond het gedoogbeleid in andere gemeenten zoals Breda en Etten-Leur is op dit moment goed beheersbaar maar de vraag is of dat nu zo blijft", stellen de burgemeesters, die verwijzen naar een overeenkomst uit 1997. waarin gesteld wordt De oplossing voor het drugstoerisme kan niet op Daarin had het Regionaal College van de politieregio Midden- en West-Brabant vastgelegd dat het drugsbeleid op regionaal niveau zou worden afgestemd. "Ook om verplaatsingseffecten te voorkomen."

De zes bovengenoemde gemeenten roepen nu het Regionaal College, in de persoon van de korpsbeheerder, op om net als in 1997 de regie te nemen en een regionaal overleg te organiseren over het drugsbeleid. "Doel is om een handhaafbare regionale oplossing te vinden voor het drugsvraagstuk."

De burgemeesters vragen de korpsbeheerder om hierbij ook de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie te betrekken.