College vindt 12,6 miljoen aan extra reserves

Nieuws

BREDA – Probeer in deze economisch lastige tijden wat extra reserves te vinden op de begroting van Breda, zo was de opdracht aan het college van burgemeester en wethouders. Vooral om de onvoorziene risico’s te dekken. Breda vond 12, 6 miljoen, zo meldde wethouder Snier dinsdagmiddag, zonder dat dit de gemeente pijn doet en er beleid moet worden aangepast.

Breda heeft nu 27,6 miljoen aan reserves voor onvoorziene risico’s. Van de extra 12,6 miljoen is vijf miljoen gevonden na een rondgang langs alle afdelingen. “We hebben kritisch gekeken of de reserves en voorzieningen die er waren, nog actueel waren”, licht Snier toe. Hij noemt een voorbeeld. “Als je het vertaalt naar een gezin, dat voor elke post een spaarpotje heeft, dan zou je kunnen zeggen ik heb gespaard voor een Mercedes, maar ik heb een kleinere auto gekocht. Dan hou je geld over.” Vertaald naar de gemeente: “Investeringsplannen kunnen in een jaar tijd veranderd zijn. Zo bekijk je het.”

6,4 miljoen is afkomstig van het gereserveerde geld voor de nieuwe sporthal. Dat betekent echter niet dat de sporthal op losse schroeven komt, zegt de wethouder. “Daar is geld weg te halen zonder dat dit directe gevolgen heeft. Als ik geld had weggehaald voor het onderhoud van accommodaties, dan had dat bijvoorbeeld betekend dat je daar in zou moeten gaan schrappen. Dan raakt het direct beleid.”
De 12,6 miljoen die in de begroting stond voor een sporthal was volgens de wethouder een gemiddelde van de drie opties die er in 2006 waren voor een stand alone sporthal. “Nu zijn we in gesprek met private partijen als het ROC om samen een hal te bouwen. Dan heb je meer voor minder.”
Aan de bouw van de sporthal zou volgens Snier wat hem betreft komend jaar al begonnen kunnen worden. “Maar dat tempo geven wij niet alleen aan. Daarvoor ben je afhankelijk van de partijen met wie je samenwerkt.” Snier hoopt begin komend jaar een programma van eisen te kunnen presenteren.

Volgens de wethouder van economische zaken is 27,6 miljoen (4,6 procent van de begroting) ‘een passende robuuste reserve voor onvoorziene posten.’ Breda heeft geen reden om aan te nemen dat de inkomsten uit het gemeentefonds – de belangrijkste inkomstenbron voor Breda - zullen teruglopen. “Daarvan hebben wij nog geen signalen ontvangen.”

Om te zorgen dat Breda niet verrast wordt door de economische ontwikkelingen, gaat elke afdeling wel tweewekelijks de stand van zaken monitoren, stelt Snier. Daarvoor ontwikkelt de gemeente nu een methode. “En als het nodig is, dan breng ik daarvan tussentijds verslag uit aan de gemeenteraad.”
Volgens Snier voorkomt het college op die manier verrassingen. “Want anders zouden we pas bij het bespreken van de voorjaarsnota tegen de zomer indringend met elkaar spreken over de cijfers. Dat is in deze tijd een te lange periode”