Eigenaar Heilig Hartkerk: ‘Geef ons oude plan een kans’

Politiek

BREDA – De eigenaar van de Heilig Hartkerk, Woonzorg Nederland, verbaast zich over de ontwikkelingen rond het gekraakte godshuis. Nu het college van burgemeester en wethouders vorige week bekend maakte dat de komst van een zogenaamde erfgoedhal van de baan is, wil Woonzorg dat hun oude plan toch nog een kans krijgt.

“We zijn verrast door dit nieuws. Begin december wilde het college dat we haast maakten met de overdracht van de kerk. Ik weet niet wat er nu gaat gebeuren, maar wij zien ons idee nog steeds als eerste optie”, aldus woordvoerder Jasper Klapwijk.

Het stadsbestuur drong afgelopen maand nog aan vaart te zetten achter de onderhandelingen met het Monumenten Fonds Brabant (MFB) dat de kerk wil overnemen. Nu krijgt de gemeente de financiën van de renovatie en de komst een erfgoedhal niet rond. Daarom staat de overname onder druk.

Peter Stuthout van het MFB zegt niet gesproken te hebben met de gemeente over de kwestie. "Na 18 december is er geen contact meer geweest. Ik moet wethouder Willems nog spreken over wat uiteindelijk is voorgesteld. Ik kan er dus voorlopig niets zinnigs over zeggen."

“Wij staan open voor iedere partij en willen praten over elk voorstel. Alleen moeten er volgens ons dan wel aanvullende fondsen komen. Zo lukt het niet, want als de gemeente niet positief staat tegenover over het plan van de erfgoedhal dan kunnen wij de kerk niet zomaar overdragen aan MFB”, zegt Klapwijk.

In 2004 werd Woonzorg eigenaar van de kerk aan de Baronielaan. De woningcorporatie diende een plan in, waarin staat dat de Heilig Hartkerk deels gesloopt wordt. De bedoeling is alleen de voorgevel en de toren te laten staan, zodat daarachter ruimte ontstaat voor seniorenwoningen.

Woonzorg stelt voorop dat cultuur niet hun directe doel is en dat ze gaan voor de bouw van woningen. “Geef ons een kans. Wij gaan niet over het vergeven van vergunningen. Daar zal de gemeente over moeten beslissen. Er moet in ieder geval snel iets gebeuren, want zo kan het niet langer. Voor de omwonenden, voor niemand niet.”