'Bredase uitgaanscultuur moet anders'

Economie

CENTRUM – Een enquête onder horecaondernemers in de Bredase binnenstad moet uitwijzen welk gevoel er heerst onder ondernemers over bijvoorbeeld sluitingstijden, het rookverbod, verjonging van de stappers en criminaliteit tijdens de stapuren.

Egon van Gennip, bedrijfsleider van de Bruine Pij aan het Kerkplein, is één van de initiatiefnemers van de enquête. Hij wil de Bredase politiek bewegen omdat hij vindt dat het stappen in Breda het laatste jaar is veranderd. Rond 20 oktober wil hij de enquête af hebben en aan de politiek aanbieden.

Van Gennip meent dat er te veel nachtzaken bij zijn gekomen. “Daarvan zit een aantal vol, maar veel niet.” Ook binnen zijn eigen zaak merkt de bedrijfsleider sinds een jaar verandering. “Mede daarom hebben we besloten een nachtvergunning aan te vragen. Dat wordt nog wennen.”

Ook horeca-eigenaar Raymond Elzerman (onder meer van Kerkplein) vindt dat het huidige beleid weinig gezelligheid naar het centrum heeft gebracht. “Breda is zijn regiofunctie van goed stapcentrum wel een beetje aan het verliezen”, vindt Elzerman. “Je hoort stappers er over klagen, vooral 25-plussers. Breda is agressief en het publiek is te jong, zeggen zij.”

De evaluatie van de gemeente over de sluitingstijden verschijnt in december. “Dat zou eerst september zijn”, zeggen beiden. “Maar nu is die toch verschoven naar december. En dat is veel te laat.”

De enquête moet uitwijzen wat de wensen zijn van de ondernemers en wat er misgaat in het centrum, maar ook wat juist niet. “Ik spreek zeker niet voor mezelf”, zegt Elzerman. “Meerdere ondernemers zijn het met mij eens. Er moet een systeem komen waar iedereen tevreden mee is.”