Nieuwe columnist BredaVandaag.nl: Ger Heimans

Nieuws

BREDA - Vanaf vandaag elke zaterdag de column van Ger Heimans op BredaVandaag.nl. Heimans wisselt persoonlijke en herkenbare schetsjes af met zijn persoonlijke kijk op actuele gebeurtenissen in Breda en daarbuiten. Een kennismaking.

- Als eerste: Wie is Ger Heimans?
"Ik ben vijftig jaar geleden geboren op de Baronielaan in Breda, waar ik 22 jaar heb gewoond. Daarna heb ik 20 jaar in de Haagse Beemden gewoond en sinds acht jaar woon ik in Dordrecht. Ik werk in Leiden als helpdeskmedewerker. Op een IT-afdeling van een wereld wijd opererend engineering bedrijf."

- Hoe ben je in de schrijverij beland?
"Samen met Hans Postelmans heb ik een aantal jaren voor Haagse Beemden Digitaal gewerkt. Wij vonden dat we naast het vele nieuws uit de wijk, ook een heuse column op onze site moesten hebben. Hans zag zich zelf dat niet doen dus ben ik het maar gaan doen. Mijn officiële naam is Gerard, en ik kwam uit de wijk dus het pseudoniem Gerard Uitdenwijk was geboren. Ik heb dat zo'n jaar of twee gedaan en daarna nooit meer echt iets geschreven."
"Nu, vele jaren later, reis ik met de trein naar mijn werk. Dus lees ik dagelijks de Metro. Ton Broekhuisen is één van de columnisten in die krant die me erg aanspreekt. Ton neemt in zijn columns, op hilarische wijze, de sport op de hak. Totdat ie een keer een uitstapje maakte naar een column over de politiek. In mijn ogen sloeg hij de plank helemaal mis en dat liet ik hem via Twitter op beschaafde wijze weten. We raakten aan de praat en na twee berichtjes zegt ie: 'Volgens mij heb jij iets met taal.'"
"Ik vertelde hem dat ik in een grijs verleden wel eens iets had geschreven als Gerard Uitdenwijk maar dat ik daar mee gestopt was. Hij spoorde me aan om het toch weer eens op te pakken. Ik heb er eens over nagedacht en drie weken later stond de eerste column op mijn eigen website."

- Wat probeer je over te brengen naar je lezers?
"Ik ben niet zo van de boodschappen en het belerende. Ik schrijf ongevraagd wat ík vind en wat mijn mening is over allerlei onderwerpen die me bezighouden. Maar het is nooit mijn bedoeling om mensen te kwetsen of te beschadigen.
In mijn columns geef ik mezelf behoorlijk bloot. Misschien soms wel eens iets meer dan goed voor me is.
Wie daar niet op zit te wachten moet het vooral niet lezen. Wie het toch leest zal verrast worden, iets herkenbaars tegenkomen of geraakt worden."

- Wie zijn je voorbeelden?
"Het klinkt misschien arrogant maar ik heb geen voorbeelden. Ik heb veel bewondering voor woordkunstenaars als Herman Finkers maar ook de korte versjes van Toon Hermans vind ik kleine kunstwerkjes. Vroeger stond in dagblad De Stem altijd de rubriek "Merijn". De oudere Bredanaars weten dat vast nog wel. Ik vond dat meesterlijk."

- Waarom is elke column precies 250 woorden lang?
"Ik noem mijn stukjes tekst heel bewust een column. Maar het is veel meer 2010 om het een blog te noemen.
Iedereen moet tegenwoordig zo nodig 'bloggen' maar, uitzonderingen daar gelaten, de meeste blogs zijn één grote woorden brei. Het ratelt maar door en ratelt maar door. Er zit vaak kop nog staart aan. Als het maar veel letters zijn.
Door jezelf een grens te stellen van, in mijn geval, 250 woorden, wordt je gedwongen om heel compact te schrijven.
Soms is de eerste versie van een column 425 woorden lang. En dan begint het peuteren, priegelen, het schaven.
Net zo lang tot je op de 250 woorden uit bent gekomen en je nog steeds je verhaal hebt weergegeven."

"Ik lees zelf niet zo veel. Ik heb of neem er de tijd niet voor. Maar een stukje van 250 woorden dat kan ik nog wel opbrengen. Ook dat is dus een voordeel van korte columns."

- Wanneer is een column voor jou geslaagd?
"Een column is voor mij geslaagd als ie emotie losmaakt. Als mijn publiek na het lezen van die 250 woorden de mondhoeken ook maar iets omhoog trekt is mijn column geslaagd. Ze moeten er plezier aan beleefd hebben, ontroert zijn geweest of er in ieder geval nog eens over hebben nagedacht."

Lees hier Gers eerste column:
Het tuinpad van mijn vader