Vijf stadsmariniers in Bredase wijken

Politiek

BREDA – Niet acht, maar uiteindelijk vijf stadsmariniers trekken vanaf januari 2011 de Bredase wijken in. Ze moeten het veiligheidsgevoel in de wijken vergroten. Hard ingrijpen mag.

Als voorbeeld geeft wethouder Alfred Arbouw de overlastsituatie in de wijk Geeren-Noord aan. Volgens hem is precies zo gehandeld wat typisch moet zijn voor de stadsmarinier. Wie niet horen wil moet maar voelen lijkt het credo.

“Het is een stevig persoon, doortastend, krachtig, aanspreekbaar. Bredanaars moeten zich veiliger gaan voelen”, zegt Arbouw.

De functie van stadsmarinier, die als term tijdens de gemeenteraadsverkiezing zijn intrede deed, heeft van het college van burgemeester en wethouders verdere invulling gekregen. Hierdoor komen de functies van de twee verbindings- en de twee veiligheidsregisseurs te vervallen.

“De functie van stadsmarinier is toch totaal anders. Er rust een veel grotere verantwoordelijkheid op zijn schouders. Hij krijgt een stevig mandaat en staat in direct contact met het college. Hij moet kunnen ingrijpen op regulier beleid en bureaucratie kunnen omzeilen”, aldus Arbouw.

Het stadsbestuur steekt volgens afspraak van de coalitie tot 2014 2 miljoen euro in het project. Voor meer stadsmariniers was het budget niet toereikend. Volgens het college is mede op basis van evaluatie van de stadsmariniers in Rotterdam een klein team toereikend voor Breda.

Het team stadsmariniers heeft een budget van 400-duizend euro per jaar te besteden. Ieder stadsdeel krijgt zijn eigen marinier. Dat geldt voor Breda-Zuidoost, Breda-Zuidwest, Centrum, Breda-Noordoost en Breda-Noordwest.

Arbouw: “We bekijken per geval waar welk budget nodig is. De stadsmariniers krijgen de regisseursrol. Daarbij staan ze in nauw contact met de andere partners in de wijk waar onder de wijkagent, woningcorporaties en bijvoorbeeld buurtmeesters.”

De functie van buurtmeester, vooral in Tuinzigt een gevoelig thema, wordt niet bij voorbaat opgezegd. Het college wijst naar de verantwoordelijke organisaties, zoals Surplus welzijn. Het stadsbestuur wil in overleg met hen afspraken maken.

“Het kan zijn dat in sommige wijken de functie van buurtmeester verdwijnt, maar het kan ook zo zijn dat hij andere taken krijgt”, meent de wethouder.

In ieder geval moet de stadsmarinier het gezicht worden op het gebied van veiligheid, zo stelt het college. Daarvoor kan hij in de toekomst extra toezichthouders en camera’s inzetten.

“Hij moet eveneens de bewoners meer betrekken. Daarmee bedoelen we het uitbreiden van de buurtpreventieprojecten, maar ook met de bewoners en de wijkraden samen de wijkveiligheidsplannen opstellen”, zegt Arbouw.