Afbeelding

‘Ik ben begonnen in een rumoerige periode’

Politiek

BREDA – Een monumentaal kantoor dient als achtergrond bij de dagelijkse werkzaamheden van raadsgriffier Paul Piket(40). Hij is bijna twee maanden aan het werk voor de Bredase gemeenteraad en zegt zijn draai te hebben gevonden. “Je bent meteen gedwongen scherp te zijn.”

Over het kantoor voelt hij zich nog wel eens opgelaten. Maar inmiddels heeft het statige eikenhouten bureau in de oude burgemeesterskamer plaatsgemaakt voor een goedkopere versie. Een teken dat ook hier de economische tegenwind merkbaar is.

Piket benadrukt dan ook op de roerige tijd waarin de Breda zich bevindt. Hij wijst op de veranderingen in de positie van de dorps- en wijkraden, de takendiscussie, de stedelijke programmering.

Doel op zich
“Het was geen rustige instapperiode en ik kon direct vol aan de bak. De raadsleden kwamen net terug van vakantie. Alert en vol energie. Dat is goed geweest. Dan zit je er snel in”, zegt Piket.

Het groot aantal veranderingen dat op stapel staat zijn voor de raadsgriffier een doel op zich geworden. En dan heeft hij het niet zozeer over praktische zaken.

“Ik wil niet veranderen om het veranderen. Neem bijvoorbeeld de commissie- en raadsvergaderingen. Raadsleden geven zelf aan dat het goed loopt. We hebben dan ook goede voorzitters. Bovendien heeft de vorige raadsgriffier Toine Theunis prima werk geleverd”, meent Piket.

Duurzame klussen
De raadsgriffier wil zich meer richten op een aantal zaken die grote verandering ondergaan. Meer ‘duurzame klussen’. Hij somt de in zijn ogen meest belangrijke onderwerpen op: het verder ontwikkelen van samenwerking met de regio en de relatie van de gemeenteraad met de stad, de wijken en de dorpen.

“Ik heb een aantal doelen die ik graag zou willen bereiken. In goede banen zou willen leiden. De dorps- en wijkraden krijgen een andere rol, maar ze hebben wel degelijk een belangrijke functie. Je moet het kind niet met het badwater weggooien. Toch zijn er ook andere stakeholders die de gemeenteraad we frequent moet zien. Het gaat mij om de relatie van de raad met de stad”, aldus Piket.

Piket kwam ongeveer 8 jaar geleden naar Breda en werkte voor zijn nieuwe functie al binnen de gemeente. Toen lag zijn verantwoordelijkheid als hoofd van Juridische Plannen bij Ruimtelijke Ordening. Een hele verandering, meent hij.

Regionale samenwerking
“Voorheen had ik voornamelijk te maken met het college nu maak ik de politiek van nog dichterbij mee. Voor mij geldt dan vooral een adviserende rol. De griffie bedrijft geen politiek. Ik vind verder dat ik altijd benaderbaar moet zijn. Ik kan nooit zeggen dat ik geen tijd heb. Dat kan absoluut niet.”

De in Gorkum geboren raadsgriffier, zelf niet woonachtig in Breda, ziet de regionale samenwerking in West-Brabant als een van de speerpunten. Hij wijst op de centrumfunctie van de stad. Piket denkt dat wat dat betreft nog veel verbeterd kan worden.

“Ook hierin heeft burgemeester Peter van der Velden veel werk verzet, net als de vorige griffier. Ik vind dat we het onderlinge contact tussen de gemeenteraden meer moeten uitbouwen. Naar buiten toe bereik je gezamenlijk meer dan alleen. We zijn bijvoorbeeld met 19 samenwerkende gemeenten veel interessanter voor andere overheden en bedrijven. Dat betekent wel dat je soms wat voor andere gemeenten moet doen zonder daar zelf direct profijt van te hebben.”

Oude lullen popmuziek
Een druk bestaan, maar een prachtige baan, vertelt Piket. Daarom is ontspannen belangrijk. Voetballen in Gorinchem en muziek maken helpen daarbij. “Ik speel in een bandje met oude collega’s. Als ik zo’n 10 uur per dag werk is dat een uitlaatklep. Het kan zomaar zijn dat ik nog eens voor de raad speel, maar ik moet wel zeggen dat het gaat om oude lullen popmuziek.”

Ondanks de huidige uitdagingen voor de stad ziet Piket de toekomst voor Breda positief in. Dat heeft volgens hem te maken met de sfeer en instelling. “Breda is een stad die wil leven, ondanks de economische tegenwind. Er blijven initiatieven komen. De kop in de wind. Die stemming merk je ook in de politiek, die is ook niet zuur.“