‘Geen cent meer naar horrorverhaal re-integratie’

BREDA – De re-integratie in Breda moet compleet anders. En het liefst zo snel mogelijk. Met het huidige beleid is meer mis dan goed. Dat concluderen alle Breda politiek fracties van de gemeenteraad.

Sinds de Rekenkamer onderzoek deed naar het reilen en zeilen van het re-integratiebeleid in de regio en daar een vernietigend rapport (Werk aan werk) over uitbracht, staat als een paal boven water dat dit beleid rigoureus op de schop moet. Volgens voorzitter Joop Roebroek van de Rekenkamer heeft het zo lang goed kunnen gaan doordat ‘de slagers hun eigen vlees keurden’.

De re-integratiebureaus oordeelden over hun eigen prestaties, zo meldde Roebroek in het rapport destijds. De waarheid is echter dat er over de uiteindelijke resultaten niets met zekerheid valt te zeggen.

Een enkeling raakte aan een duurzame baan, de effectiviteit was ver te zoeken en met maximaal 50-duizend euro per persoon die re-integreerde, was het summiere resultaat duur betaald. Bureaus waren volgens het rapport 80 procent van de tijd bezig met administratie en 20 procent met de persoon, om wie het feitelijk draait.

Leefbaar Breda vindt dat er geen cent meer naar de re-integratiebureaus hoeft te gaan. “Dit horrorverhaal kan zo niet doorgaan”, vindt Leefbaar Breda-voorman John Stubenitsky.

Hoewel de SP dit probleem naar eigen zeggen al jaren aankaart, is de partij toch geschokt door de uitkomst van het onderzoek. “Voor dit beleid worden kluizen met geld leeggeroofd achter de rug van het college om”, meent commissielid Michel Spekkers. “En het college op haar beurt doet niets.”

Ook Luitzen Wobma van De Derde Wereld werkplaats, een organisatie die re-integratietrajecten aanbiedt, erkent het probleem. “Klantmanagers kennen hun cliënten soms niet goed genoeg”, meent hij. “Op dat gebied valt heel veel te winnen.”

“Re-integratiebureaus hebben vooral werk voor zichzelf gecreëerd”, vindt PvdA-raadslid Ruth Giebels. “Maar het is goed om kritisch te kijken naar beleid waar ook wij verantwoordelijk voor zijn”, steekt ze de hand in eigen boezem. “Moeten we de marktwerking nog z’n werk laten doen”, vraagt ze zich af.

Verantwoordelijk wethouder Cees Meeuwis houdt het er op dat ‘dit gebeurde toen ik er niet bij was.’ “De re-integratie is alsof je een oude, slechte zwart wit film zit te kijken”, zo stelt hij. Hoewel in het rapport staat dat de informatiestroom van de bureaus naar de raad te summier was om er een oordeel over te vellen, vindt Cees Meeuwis dat ‘de raad heeft echter ook steken laten vallen’. Die ziet uiteindelijk toe op de trajecten.

Hij voegt er aan toe dat ook landelijk niet kan worden gemeten wat de effectiviteit is bij re-integratie. “Dan gaat het zelfs om miljarden”, legt hij uit. “We moeten kijken hoe dit beter kan.”

De SP, bij monde van Michel Spekkers, lijkt hierop te hebben ingespeeld. Een initiatiefvoorstel van die partij moet er toe leiden dat de re-integratie in Breda echt ergens over gaat. Meerdere partijen lijken het daarmee eens.