Mandaat stadsmarinier roept vragen op

Politiek

BREDA – Het ruime mandaat waarmee de stadsmarinier straks aan de slag gaat, roept vragen op bij de oppositiepartijen. Vooral het inzetten van camera’s op aangeven van 'de veiligheidsregisseur nieuwe stijl' wordt met enige zorg tegemoet gezien.

De stadsmarinier die per 1 januari zijn taken oppakt, heeft vanuit zijn functie ruime bevoegdheden. Zo staat omschreven dat hij richtlijnen en adviezen mag geven aan de teamchefs van politie tot het stellen van tijdelijke prioriteiten wat betreft wijktoezicht. Ook is hij bevoegd om opdrachten en aanwijzingen te geven tot het instellen van camera’s.

De vraag wie welke bevoegdheid straks heeft, werd in de commissie Bestuur meerdere malen gesteld. “Ik moet er bij fronsen wanneer ik lees wat de stadsmarinier allemaal mag”, zei PvdA-fractievoorzitter Miram Haagh. “Ik ben benieuwd wat de politie er van vindt dat de stadsmarinier richtlijnen kan geven. En hoe zit het met de camera’s?”

Adel Koger van GroenLinks wilde weten of de burgemeester die bevoegdheid blijft behouden. Pieter van Yperen van Breda ’97 stelde dezelfde kanttekening. Ook vroeg hij of er meer inzicht kon komen in het werkbudget van 400-duizend euro waarmee de stadsmariniers gaan werken.

“Het takenpakket lijkt mij nogal breed. Kan het allemaal binnen zijn functie? Ik zou verder graag willen weten hoe zijn werkbudget is opgebouwd. Waar kan de stadsmarinier het aan uitgeven. Het is allemaal vreselijk ruim aangegeven”, aldus fractievoorzitter Van Yperen.

Trots Op Nederland-fractievoorzitter Gaston de Jong vond het allemaal verwarrend worden. De Jong kreeg het idee dat door het mandaat van de stadsmarinier de regie uit handen valt van degenen die de regie moeten hebben, waaronder politie en burgemeester.

Verantwoordelijk wethouder Alfred Arbouw probeerde meerdere malen de gemoederen te sussen. Hij legde uit dat de politie de regie behoudt en dat geldt ook voor de burgemeester, zo verklaarde hij. De wethouder meldde dat te allen tijden eerst overleg plaatsvindt voordat de stadsmarinier ruim baan krijgt.

“Er wordt altijd gesproken met de burgemeester. Die moet uiteindelijk zijn handtekening zetten onder een besluit. Ik zeg ook toe dat er een ruime verantwoording komt. Verder is het lastig het werkbudget al vooraf vast te stellen. We willen de productiviteit van de stadsmarinier niet beperken. In de praktijk zal blijken waar wat naar toe gaat. Zijn slagvaardigheid moet groot blijven”, meende Arbouw.