Dualisme: 'Niet voor avondje vechtende raadslieden'

Opinie

OPINIE - Enkele dagen voor de gemeenteraad in Breda van 16 december 2010 werd in de pers de vraag gesteld of “… er in Breda sprake is van dualisme of zal er klakkeloos gestemd worden langs de lijnen van coalitie en oppositie?“ Raadsgriffier Paul Piket gaat in dit opinieverhaal in op het dualisme in de raad.

De raadsvergadering werd vervolgens, in twee delen zelfs, gehouden op de avonden van 16 en 20 december en de conclusie van de journalist na afloop was dat er weinig dualisme te bewonderen was geweest op deze twee avonden.

Tijdens het kerstreces was er gelegenheid om deze stelling eens te laten bezinken en te toetsen. Want hoewel de belangstelling van de politiek van de plaatselijke pers een groot goed is en Breda zich gelukkig mag prijzen met meerdere professionele “volgers”, valt er toch wel meer over te zeggen.

Op de agenda van de raadsvergadering van december 2010 stond een groot aantal ingrijpende onderwerpen. Behalve de resultaten van de tijdelijke commissie Woningbouwprogrammering (rapport “bouwstenen” n.a.v. de collegenotitie “Koers gezet”) moest ook besloten worden over het vaststellen van de verordeningen op de winkeltijden en de langdurigheidstoeslag. Zware onderwerpen waar de gemeenteraad terecht genoeg tijd voor inruimde.

Een puur statistische analyse van het verloop van de vergadering en het stemgedrag van de fracties zou tot de conclusie kunnen leiden dat er weliswaar een aantal amendementen en moties is aangenomen, waar zowel oppositie- als coalitiepartijen voor hebben gestemd, maar dat per saldo deze vergadering geen grote wijzigingen heeft opgeleverd in het politieke spectrum en de beleidsvoornemens.

Bestaat dualisme dan alleen uit stemgedrag op moties en voorstellen? Nee, er is meer. Dualisme komt ook tot uitdrukking in de wijze waarop raadsfracties vragen stellen over onderwerpen in de aanloop op besluitvorming. Raadsleden en collegeleden hebben 365 dagen per jaar met elkaar te maken.

Slechts op 10 van die dagen bevinden ze zich samen in een raadszaal. Op die andere 355 dagen vindt ook uitwisseling van standpunten plaats, tussen wethouders en raadsleden met dezelfde politieke kleur, tussen fractievoorzitters en portefeuillehouders. Die interactie krijgt de vorm van artikel 41 vragen, open brieven, opiniërende columns, tweegesprekken in de krant, ontmoetingen tijdens allerlei bijeenkomsten in de stad, wijken en dorpen. En o ja: ook in de vorm van moties en amendementen.

Breda kenmerkt zich niet door schoksgewijze veranderingen in de wijze van besturen. Juist doordat de raadsleden en de dagelijks bestuurders zo vaak en op zulke diverse manieren met elkaar te maken hebben, vindt een constante wederzijdse beïnvloeding plaats. Incrementeel heet dat, met een duur woord. Dat wil niet zeggen dat er geen beïnvloeding plaatsvindt, je moet echter om die op waarde te kunnen schatten breder kijken dan alleen de overduidelijke vormen als moties en amendementen.

In 2002 is het dualisme dan ook niet ingevoerd om de kijkers thuis te kunnen laten genieten van een maandelijks avondje vechtende raadsleden. Het was en is een instrument om de omstandigheden te scheppen een levendig te debat te voeren, dat uiteindelijk moet leiden tot zorgvuldige besluitvorming waar inwoners zich in herkennen.

In die zin moeten de aangenomen moties en amendementen dan ook niet onderschat of gebagatelliseerd worden; ze vormen het sluitstuk van een proces waarbij bestuurders elkaar bevragen om raakvlakken in standpunten te zoeken. Er zijn, ook in de raad van 16 en 20 december jl., wel degelijk politieke verbindingen gemaakt. Het kan alleen niet altijd een GoldenGate–brug betreffen; soms zijn het planken over de sloot.

Het politieke jaar 2011 biedt ook weer diverse interessante momenten; wat te denken van de raadsbesluitvorming over de takendiscussie en de Voorjaarsnota? Het verloop van de twee debatten die daarover gevoerd zullen worden, een oordeelsvormend en een besluitvormend debat, zal laten zien op welke manier de politieke fracties elkaar willen bevragen. Ook ik ben benieuwd. Als het veel moties en amendementen worden, neem ik me één ding voor: goed tellen !

Dit artikel vormt de mening van raadsgriffier Paul Piket.