Afbeelding

Woningnood is een politieke keuze

Opinie

OPINIE - Afgelopen week nog werd ik bij twee verschillende gelegenheden geconfronteerd met hoe vandaag de dag een woningcorporatie met haar huurders om gaat. Allereerst was er een bewonersavond georganiseerd op ons initiatief in de Zaart, Boeimeer.

Door Bas Maes

WonenBreburg wil daar drie prima flats slopen met in totaal 48 goedkope huurappartementen. Het stuk grond waar deze flats op staan levert met de bouw van dure zorgappartementen namelijk veel meer op voor WonenBreburg. De mensen die er nu al vaak tientallen jaren naar volle tevredenheid wonen riepen de hulp in van de SP. WonenBreburg laat ze in de kou staan.

De tweede gelegenheid betrof ook een bewonersavond, ditmaal voor de bewoners van de Bernard de Wildestraat in Geeren-Noord. Een aantal flats daar met in totaal 152 appartementen, zullen gesloopt worden en dit is reden voor WonenBreburg om geen cent meer uit te geven aan onderhoud en reparaties.

Liften en sloten worden dus ook niet meer gemaakt. Aangrijpend was het om te horen hoe een jonge moeder niet meer buiten komt met haar zoontje in een kinderwagen omdat de lift kapot is. Een ander schrijnend voorbeeld was een jong stel dat via de brandtrap naar hun huis moet sluipen. In de hal beneden staat namelijk altijd een groep agressieve jongeren die daar kan komen omdat het slot op de deur niet gerepareerd wordt. Ondertussen betalen de bewoners nog altijd huur en servicekosten.

Twee voorbeelden, twee keer WonenBreburg. Maar het zou te kort door de bocht zijn om te beweren dat alleen WonenBeburg zich schuldig maakt aan dit soort praktijken. Het is een probleem wat zich voordoet bij alle voormalige woningbouwverenigingen. Gedupeerde bewoners reageren vaak verbijsterd als we hen proberen uit te leggen dat de politiek hier slechts beperkt invloed meer op heeft. Mensen ondervinden steeds meer aan den lijve waar privatisering en een blindelings vertrouwen in marktwerking toe leiden.

Onder het mom van een terugtredende overheid zijn woningbouwverenigingen in de jaren negentig verzelfstandigd. Dit gebeurde tijdens het tweede kabinet Lubbers onder toeziend oog van staatssecretaris van volkshuisvesting Enneüs Heerma. De lokale overheden waren maar wat blij dat ze van “de last” van het zorgen voor voldoende huisvesting af waren.

De woningbouwverenigingen wierpen hun ketenen af en gingen zich steeds meer gedragen als commerciële projectontwikkelaars. Aan goedkope woningen was volgens hen niet voldoende te verdienen. In Breda is met de corporaties afgesproken dat er door hen veertig procent betaalbare woningen gebouwd moet worden. Dit percentage wordt echter nooit gehaald en daar staat vervolgens geen enkele sanctie tegenover. Daar komt bij dat er minstens evenveel woningen gesloopt worden en er dus per saldo geen huis bijkomt. Het worden er eerder minder.

Als zelfs de corporaties geen betaalbare woningen bouwen, wie bouwt er dan nog wel voor Jan Modaal en Willem-Jan Student? Het antwoord is even kort als dat het onthutsend is: niemand! Niemand bouwt er meer voor mensen die geen hypotheek van drie ton of een huur vanaf duizend euro kunnen betalen. Als er per saldo geen betaalbare woningen bij komen en Breda door zal groeien, zullen de wachtlijsten bij de corporaties alleen maar toenemen. Dit terwijl de wachttijd op het moment, met ruim 8.000 “urgente” woningzoekenden, al makkelijk op kan lopen tot vijf à acht jaar. Dit geldt niet alleen voor gezinnen met een kleine beurs. Omdat er ook voor studenten en starters niet voldoende betaalbare huisvesting is, zullen deze zich niet aan de stad binden en zullen zij na hun studie elders gaan wonen. De jeugd en daarmee dus de toekomst van onze stad vertrekt met de noorderzon!

De politiek heeft de regierol bewust uit handen gegeven. Des te meer hypocriet is het dan ook als de politiek “geschokt” is als een woningcorporatie zich weer eens misdraagt. Je kan het de corporaties haast niet kwalijk nemen. Ze opereren immers als een bedrijf en een bedrijf wilt winst maken. Zo simpel is het. Volgens de SP had de overheid deze kerntaak van het zorgen voor voldoende huisvesting dan ook nooit over moeten laten aan de marktwerking. Woningbouwverenigingen waren er immers niet om winst te maken. Ze waren er om te zorgen dat ook minder kapitaalkrachtige mensen in een goed huis konden wonen. Projectontwikkelaars waren er al genoeg.

De SP is van mening dat de ondemocratische woningcorporaties weer woningbouwverenigingen moeten worden. Heldere, democratische organisaties waar de leden en dus de huurders het voor het zeggen hebben. Ook is de SP voorstander van het ongedaan maken van de verzelfstandiging van de woningbouwverenigingen. Zo kan de politiek weer zijn regierol op zich nemen en bouwen voor waar de Bredase burger de meeste behoefte aan heeft, niet voor wat het meeste oplevert voor de corporatie!

Bas Maes is architect en nummer vier op de lijst van de SP voor de gemeenteraadsverkiezingen.