Bouwproject Stack deed de hekken op tijdens de Dag van de Bouw. foto Erik Eggens
Bouwproject Stack deed de hekken op tijdens de Dag van de Bouw. foto Erik Eggens

Wat betekent retentierecht nu HEJA failliet is?

Economie

BREDA – Projektontwikkelaar HEJA uit Breda is vrijdag failliet verklaard. Het bedrijf was betrokken bij verschillende projecten in de stad. Bij enkele projecten hebben onderaannemers retentierecht uitgeoefend. Wat betekent dit voor deze projecten?

EasyStreet, Stack, het Stadionkwartier. Onderaannemers oefenen hier hun retentierecht uit. Op die manier proberen ze hun financiële belangen veilig te stellen. Het betekent niet dat ze nu dan automatisch eigenaar zijn van de projecten.

Volgens bouw & vastgoedspecialist Jacob Henriquez van advocatenkantoor AKD hangt het af van wat de curatoren aantreffen. “Zij zien zich geconfronteerd met het retentierecht. Vervolgens gaan ze kijken of dit terecht is. De retentor, de onderaannemer verliest zijn retentierecht niet bij een faillissement.”

Opeisbaar
“Er zijn vier belangrijke punten waar de curator naar zal kijken. Hij gaat kijken of de vordering opeisbaar is, dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de termijn van de factuur is verlopen.” Daarnaast gaat de curator volgens Henriquez kijken of er samenhang is tussen de vordering en de verplichting tot afgifte van de zaak. “Ook moet er bij de onderaannemer die het retentierecht uitoefent sprake zijn van feitelijke macht. Hij moet dus anderen toegang kunnen ontzeggen tot het terrein. Als hij dat niet kan, is er geen sprake van retentierecht.”

Verplichtingen voldaan
Als laatste kijkt de curator of degene die het retentierecht uitoefent zelf wel aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Er moet namelijk wel een opschortingsbevoegdheid zijn “Dus als een bedrijf retentierecht uitoefent omdat hij geleverde gevelplaten niet betaald heeft gekregen, dan moet ze die platen wel geleverd en gemonteerd hebben.”
Het is volgens Henriquez waarschijnlijk dat de curator in de periode dat het bedrijf in surseance was, al bekeken heeft of het retentierecht terecht is. Vervolgens zijn er twee mogelijkheden voor de curatoren. “De curator heeft een koper gevonden en lost de schuld af aan de retentor. Hij brengt dan de zaak terug in de boedel omdat de waarde groter is dan de schuld. De curator kan de zaak ook opeisen van de retentor en verkopen. Die is verplicht hieraan mee te werken, maar houdt wel zijn wettelijke voorrangspositie.”

Executie
Wat ook nog zou kunnen gebeuren, is dat een van de bedrijven die retentierecht hebben uitgeoefend, overgaat tot executie. “Dat zij de curator een termijn geven waarbinnen de curator een keuze moet maken tussen het opeisen van de zaak of het voldoen van de vordering (en het daarmee weer in de boedel brengen). Als de curator binnen de gestelde termijn geen keuze heeft gemaakt, dan zou de retentor tot openbare verkoop over kunnen gaan. Een curator laat het echter meestal niet zo ver komen.”

Afronding
Hoe lang de afwikkeling van het faillissement gaat duren, is volgens Henriquez koffiedik kijken. “De curator zal dit zo snel mogelijk willen doen, maar hij moet wel allerlei zaken onderzoeken, zoals de gegrondheid van de ingediende vorderingen en de mogelijke aansprakelijkheid van bestuurders. Bij een groot faillissement kan de afronding soms jaren duren.”