Avondje NAC, een liefdesverklaring. Vanaf 14 mei te koop.
Avondje NAC, een liefdesverklaring. Vanaf 14 mei te koop.

Avondje NAC, de tocht naar Newcastle

NAC

BREDA - 14 mei verschijnt Avondje NAC, een liefdesverklaring. Ter gelegenheid van 100 jaar NAC verhaalt de Bredase journalist én NAC-fan Sjoerd Mossou van tien memorabele Avondjes NAC. Voor BredaVandaag.nl selecteerde hij een Avondje als voorpublicatie: Newcastle United-NAC, De Invasie.

Avondje NAC; De Invasie
(Newcastle United-NAC 5-0, 24 september 2003)
De zon scheen door het grote zijraam van The Bee Hive. Het was al bijna vol in de kleine, klassieke pub, op een hoek van de Bigg Market in Newcastle, vroeg in de middag nog. En het volk bleef maar binnenstromen. Een invasie leek het wel.

De kastelein moest alle zeilen bijzetten om de grote glazen te vullen, totdat hij inzag dat het zo niet langer ging. Zwetend bel­de hij voor versterking. Normaal hingen er rond deze tijd hoog­uit vier verdwaalde alcoholisten aan de toog van zijn pub. Nu was het stampvol met voetbalsupporters uit Nederland, hard op weg om vrolijk dronken te worden.

Schuin achter de bar stond een man in een NAC-shirt te klooi­en met de cd-speler. In zijn rechterhand had hij een groot glas bier vast, met zijn linker frummelde hij een cd’tje in de lade, onhandig zoekend naar de play-knop. Toen het eindelijk gelukt was, stak hij triomfantelijk twee armen de lucht in en schudde opzichtig met zijn buik. ‘Olé! Olé! N.A.C. Olé!’, klonk het nu uit de speakers.

De rest van het café haakte als vanzelf in, de armen in de lucht. ‘Tehtehtehtehtehteht!’, brulde de menigte. En aanslui­tend: ‘Tuhtuhtuhtuhtùtùtuh’. Het clublied van NAC begint met een soort trompetgeschal, en op carnavaleske dagen zoals deze, kun je maar beter uit volle borst mee zingen.

Er is veel onvergetelijk aan 24 september 2003, maar bo­venal beklijft het gevoel dat iedereen erbij is. Als een soort ver­bond van zonderlingen. Je vader, je oom, de medespelers van je amateurclub, je buurjongen, je vrienden, je tante, je neefje en je oud-klasgenoten. Allemaal kom je ze tegen in Noordoost- Engeland, sommigen al dagen voor de wedstrijd. Per vliegtuig, per boot, per trein, per auto; iedereen heeft zijn eigen verhaal bij zijn eigen reis.

Mijn vader kom ik tegen op maandagavond, met een rolkof­fertje op het station van Newcastle. Hij moest voor zaken naar Cardiff, dik vijfhonderd kilometer verderop. Hij had zijn reis­schema volledig aangepast en trok dwars door Groot-Brittan­nië, om getuige te zijn van NAC’s eerste Europese avontuur in dertig jaar. Het maakt een onbetaalbaar plaatje, de oude Mos­sou op een late maandagavond, in zijn nette pak op het station van Newcastle.

Weer een ander is met de boot gekomen, vanuit Den Helder. Een clubje vrienden is gevlogen op Liverpool, om daar met een goedkoop huurautootje naar Newcastle te rijden. Sommigen zijn gereden vanuit Breda, met een enorme omweg via Calais en de Eurotunnel. Een Bredaas stel reisde op de fiets. Ik vloog vanuit Londen, destijds mijn woonplaats. En weer een stel an­deren had een vluchtschema via Glasgow.

Breda rukt massaal uit voor de Grote Oversteek. Een volks­verhuizing is het, letterlijk. Het maakt niet uit hóe je in New­castle gekomen bent, áls je er maar bent. NAC zelf wordt in de dagen na de loting al overstelpt met aanvragen voor georga­niseerde reizen naar Newcastle, per vliegtuig liefst. Sponsors, geldschieters en businessclubleden willen het allemaal mee­maken. Het probleem: voor NAC zelf is het ook allemaal nieuw. Clubs als Ajax of PSV maken het ieder seizoen verschillende ke­ren mee, zo’n tripje naar het buitenland. Die pakken het geijkte draaiboek, bellen met het vaste reisbureau en klaar is kees. Ge­sneden koek.

Maar de medewerkers van NAC hebben geen idee waar te beginnen. Waar krijgen we de kaarten, en hoeveel? Kunnen we ook VIP-kaarten krijgen? Hoe charter je in vredesnaam een vliegtuig? Hoe zetten we mensen op een wachtlijst – en onder welke voorwaarden? Moeten we één arrangement aanbieden, of meerdere?

Een klein, beginnend reisbureau springt uiteindelijk in het diepe. Jokko de Wit, een NHTV-student uit Breda, die later ook de vermaarde Oranje Camping zou opzetten, besluit de huur van een chartervliegtuig op zich te nemen. Een beetje op de gok, maar het is het risico waard. Hij stelt arrangementen sa­men, en die NAC vervolgens probeert te slijten aan de mensen op de wachtlijst. Het verloopt ronduit chaotisch allemaal, maar het lukt wonderwel. Een bomvolle NAC-charter landt een paar weken later in Newcastle.

Over het exacte aantal Bredase fans dat per vliegtuig, boot, trein, fiets of auto neerdaalt in Noord-Engeland doen wilde ver­halen de ronde. De eerste schatting ligt rond de tweeënhalfdui­zend, maar al snel gaan er geruchten over een aantal rond de vijfduizend. De waarheid ligt, hoogstwaarschijnlijk, ergens in het midden.

De Engelsen besluiten al snel een extra vak vrij te maken voor het geelzwarte legioen, helemaal bovenin het stadion. Dat kan, want de belangstelling in Newcastle voor deze wedstrijd is niet overweldigend. De club had eigenlijk op Champions League-voetbal gerekend, maar ‘The Magpies’ moeten het doen met het UEFA Cup-toernooi. Tegen een Nederlandse club die vrijwel onbekend is in Engeland. Het stadion zal goed gevuld zijn van­avond, maar stijf uitverkocht is het zeker niet.
In The Bee Hive voelt het ondertussen als één grote reünie. Iedereen die deze pub binnenloopt, kent elkaar, lijkt het wel.
De mobiele telefoon is nog lang geen gemeengoed, maar ie­dereen van wie je ook maar enigszins vermoedt dat hij wel eens in Newcastle zou kunnen zijn, die is er.

Zo gaat het later die dag ook in The Strawberry, een pub vlak­bij het stadion. En op het voorplein van St. James’ Park, waar een geelzwarte menigte zich verzameld heeft in de najaarszon. Of ’s nachts, uren na de wedstrijd in The Sea, een discotheek aan het water. Overal vallen Bredanaars elkaar in de armen vol­gens het motto: ‘Eej! Gij ôk hier?’, om vervolgens vlug de reis­schema’s uit te wisselen en het clublied van Albert Brosens te zingen: ‘Tuhtuhtuhtuhtututuh’.

Het is precies zoals de lokale krant het een dag later be­schrijft, refererend aan ‘NAC Breda and their magnificent fans’. ‘Alsof er een zwerm bijen voorbijtrok door het centrum van Newcastle. Vredelievend, optimistisch en vrolijk.’

Maar zo opgewekt als de aanloop verloopt, zo droevig vol­trekt zich de wedstrijd. NAC oogt totaal verlamd in het reusach­tige stadion, alsof het met stroom in de schoenen speelt. Een paar dagen eerder nog is Ajax verslagen, maar van die brutali­teit en geestdrift is niets meer over. Newcastle United, niet eens in goeden doen, is met 5-0 nog genadig voor de bezoekers. In een wedstrijd waar NAC zo oneindig lang naar toeleefde, wordt het compleet van het veld geblazen. Weg sprookje.

Het is een tegenvaller in de beleving van de aanhang, maar niet veel meer dan dat. De menigte boven in het stadion ziet het eerst vol afgrijzen aan, maar besluit dan maar om heel hard te gaan zingen. In de gehele tweede helft deint de massa onop­houdelijk op en neer. En hoe kansloos NAC ook ten ondergaat op het veld, de steun klinkt luid en onvoorwaardelijk.

Bewonderend applaudisseert het thuispubliek in de slotmi­nuten voor het luidruchtige zooitje ongeregeld. Een invasie zo­als die in Newcastle upon Tyne, is zelden vertoond.

Bestellen
'Avondje NAC - Een liefdesverklaring' verschijnt op 14 mei bij Uitgeverij Bertram + De Leeuw.
Het boek is te bestellen via NAC, bij de bestelling van een seizoenkaart. Een deel van de opbrengst komt dan ten goede aan de Stichting 100 Jaar NAC.
Daarnaast is het boek vanaf 14 mei te koop in de boekhandel.