Afbeelding

Meeuwis: ‘Idee provincie over winkels pseudo-discussie’

Economie

BREDA - Het plan van de provincie om een rem te zetten op de groei van winkelruimte heeft geen gevolgen voor de Bredase plannen op het terrein Achter de Lange Stallen. Dat stelt wethouder Cees Meeuwis (VVD, economie) in een reactie. ”‘Het heeft geen zin een pseudo-discussie te starten over waar in de provincie wel of geen onderneming mag komen.”

De provincie zou op die manier de leegstand van winkels willen aanpakken. Een rem zetten op ontwikkeling in steden is wat betreft Meeuwis niet de manier. Breda gaat daarom ook gewoon door met haar plannen. “Achter de Lange Stallen doen we omdat het goed is voor de stad. Als die plannen niet goed zouden zijn voor de stad, dan zouden we ze daarom niet moeten uitvoeren. Niet omdat de provincie ergens anders wat wil.”

Rusland
Meeuwis spreekt van ‘achteruit managen’ van de provincie. “Er is geen investeerder die winkels gaat neerzetten waar geen klanten zitten en waar sprake is van een krimpende vraag. De Bijenkorf gaat echt niet naar Chaam omdat de provincie dat wil. Wil je als provincie dat er in kleinere plaatsen wat gebeurt op winkelgebied, dan moet je daarvoor fors investeren. Dan wordt je als overheid de grootste detaillist van de provincie. Dat is in Rusland geprobeerd. Dat werkt niet.”

’Niet fragmenteren, maar concentreren’
De voorstellen van de provinciebestuurders om een de groei van winkelvierkantemeters een halt toe te roepen is niet de manier. “Dat is een poging om de economie van het heden als de economie van het verleden in elkaar te knutselen. Je ziet wat er is gebeurd met de kruidenierszaken in het verleden. Dat zijn supermarkten geworden. Dat vinden we allemaal jammer, maar sommige zaken gaan zoals ze gaan. In de detailhandel zijn de deskundigen het er over eens dat je niet moet fragmenteren, maar juist moet concentreren. Dus winkeloppervlak met veel variëteit.”

’Consumenten zijn verwend’
Een project als Achter de Lange Stallen voorziet daarin, aldus de wethouder. “Consumenten zijn verwend. Die weten precies wat er te koop is, zeker in de modebranche. Die kun je niet afschepen met ‘u kunt kiezen tussen een rode en een gele jas’. Die weet allang dat er ook een grijze is via internet. Als de winkel die kleur niet heeft, passen ze hem en bestellen dan alsnog via internet. Je kunt de klanten alleen bedienen met een groot aanbod.”

Pseudo-discussie
Dat Breda doorgaat met ontwikkelen, betekent niet dat de stad op een eiland staat, voegt Meeuwis toe. “Natuurlijk kijken we goed naar onze functie en positie in de regio, maar de ideeën van de provincie gaan de problemen wat betreft leegstand in bijvoorbeeld Roosendaal en West-Brabant niet oplossen en dat moet wel. Het heeft echter geen zin een pseudo-discussie te starten over waar in de provincie wel of geen onderneming mag komen.”

Parma
De wethouder wil nog wel iets kwijt als het gaat over de provincie. “Misschien dat ze tijdens hun reis naar Parma hier eens over kunnen nadenken. Het is natuurlijk van de gekke dat ze daar gaan vergaderen. Er zijn genoeg ondernemers in Brabant die graag deze omzet hadden willen hebben. Brabant heeft nota bene met Den Bosch en Breda de meest gastvrije stad en de een-na-meestgastvrije stad van het land. In Den Bosch kunnen ze gewoon op de fiets.”