foto Serge Mouthaan
foto Serge Mouthaan

MOTI richt blik op Vlaanderen en financiers

Cultuur

CENTRUM – MOTI gaat zich in 2013 nadrukkelijker profileren bij onze zuiderburen. In de wetenschap dat veel bezoekers uit de nabije omgeving komen, denkt het museum meer Belgische bezoekers te kunnen verleiden. Daarnaast gaat het museum op zoek naar andere geldbronnen.

Een analyse van de bezoekcijfers leert dat Noord-Brabant en Zuid-Holland gelijk opgaan, zo stelt de museumdirectie. “Vandaar ook de blik op België.” Afgelopen jaar trok MOTI zo’n 40.000 bezoekers dat aantal moet groeien naar ongeveer 70.000 in 2014, verklaarde directeur Mieke Gerritzen eerder.

Internationaal
Dat ambitieuze aantal blijft staan. “Maar kijk ook eens naar wat we aan bezoekers buiten de grenzen trekken”, stelt Gerritzen. Zo stond MOTI aan de basis van de expositie My Waste, Your Waste die eerst in Brazilië te zien was. Maar ook in Berlijn, Wenen, Lausanne en binnen Nederland in de bibliotheken van Amsterdam en de TU/Delft hangen exposities van MOTI. “Goed voor 30.000 bezoekers per jaar.”

Door samenwerking met buitenlandse musea krijgt MOTI niet alleen meer bekendheid in de rest van de wereld, maar verstevigt zij tegelijkertijd haar netwerk van (inter)nationale samenwerkingspartners. “Maar dat heeft natuurlijk ook tijd nodig”, weet de directeur. “We zijn bezig onze modetentoonstelling Couture Graphique die vanaf half februari te zien is te verkopen aan o.a. China. Belangrijk is dat door de samenwerking met andere musea tentoonstellingen verkocht kunnen worden en door gezamenlijke ontwikkeling of het ruilen van tentoonstellingen kosten kunnen worden gedeeld en bruikleenverkeer gemakkelijker wordt. Uiteindelijk leveren dit soort samenwerkingen ook bezoekers op voor het museum en de stad Breda.”

'Reputatie heeft tijd nodig'
Volgens de algemeen directeur past dit bij de doelstelling van MOTI, namelijk dat het een museum moet worden dat wereldwijd bekendheid geniet. “Het opbouwen van een reputatie heeft gewoon tijd nodig, dat is ook het beste voor de stad.” Er is één maar: “Het wordt nu minder geaccepteerd dat je tijd nodig hebt om reputatie op te bouwen. ”

Het museum kreeg afgelopen jaar veel kritiek. Zo verviel een als gevolg van ingrijpende landelijke bezuinigingen niet alleen de landelijke subsidie, maar ook de daaraan gekoppelde provinciale. In totaal bijna acht ton, waardoor de organisatie al moest krimpen. In de bezuinigingsdiscussie binnen de Gemeente Breda rond cultuur die daarop volgde, haakte ook de gemeenteraad aan.

Subsidie vs onderhoud en huur
Het museum zou te ruime subsidie krijgen, of de wethouder daar eens naar kon kijken. Zakelijk directeur Marilyn Jongenelen nuanceert dat. “We krijgen nu ongeveer 2 miljoen subsidie van de gemeente, bijna de helft gaat echter naar de huur van het museum en naar het beheer en exploitatie van het gebouw. Het beheer van de collectie, en het leveren van educatieve programma’s naast het maken van tentoonstellingen zijn kerntaken van elk museum. Daarnaast heeft MOTI ook gewoon de verplichtingen naar de gemeente toe om de stad Breda (inter)nationaal te profileren. ”

Voor de tentoonstellingen die het museum organiseert, komt 80 procent van het benodigde budget van projectsubsidies en sponsoren. “In totaal halen we rond de twintig procent van ons budget, zo’n 4,5 ton per jaar, uit andere inkomsten. Dat is geld dat van deels buiten Breda komt”, aldus Gerritzen. “In deze tijd is het echter ook niet zo makkelijk om bij het bedrijfsleven aan te kloppen. Wat wel erg goed lukt is om voor de verschillende tentoonstellingsprojecten naturasponsoring te realiseren, in materialen, apparatuur, deskundigheid. We merken daaraan dat het bedrijfsleven ondanks de moeilijke tijden toch graag blijft bijdragen.”

Perspectief
Gerritzen begrijpt de kritische blik in deze tijd van bezuinigingen, maar probeert de verwachtingen in perspectief te plaatsen. “Vanaf het Graphic Design Museum tot nu bestaat het museum pas een krappe vijf jaar.”
Jongenelen vult aan: “Breda wil zich naar de toekomst toe immers blijven ontwikkelen en aantrekkelijk blijven voor de vestiging van bedrijven en jonge gezinnen. Allerlei onderzoeken wijzen uit dat ook een rijk cultureel leven daarvoor belangrijk is.”

2013 begon voor MOTI met I Love Breda, waarbij het publiek als curator optrad. Daarna volgt de expositie Couture Graphique en een expositie met werk uit de eigen collectie. De extra blik op België moet meer Vlamingen naar Breda trekken. “En we gebruiken dit jaar om te kijken hoe we meer extern geld aan kunnen trekken”, stelt Gerritzen. “Maar we blijven een museum dat afhankelijk is van subsidie, maar we doen ons best bedrijven binnen te halen.”