Bredase borduurster blij bij bezoek Beatrix

BREDA - De koningshuisliefhebbers konden vandaag hun hart weer ophalen. Woensdag kwam koningin Beatrix langs bij de KMA in Breda en honderdvijftig Bredanaars konden daar bij zijn. Zo ook Jopie Stuifmeel-Boudewijns (69), die al heel lang een liefde heeft voor het koningshuis.

Zodra de Luchtmachtkapel begint te spelen, springt een kleine vrouw in het burgerpubliek meteen in het oog. Dansend en lachend hupst ze op en neer. De affectie voor Beatrix straalt ervan af.

Hare Majesteit kwam vandaag een cravate aanbrengen op het Vaandel van de Koninklijke Luchtmacht. Hiermee wordt de rol van Nederland tijdens de Kosovocrisis vastgelegd.

“Ik ben hier speciaal voor de koningin”, glundert Stuifmeel-Boudewijns. “Elke keer als zij Breda bezoekt, ben ik er bij. Ik vind het geweldig!” Tussen neus en lippen door vertelt ze dat ze een speciale band met Hare Majesteit heeft. “Ik heb ontzettend veel goudborduurwerk voor het koningshuis gemaakt. Maar daar hoef ik verder geen bekendheid mee hoor!”

Na wat doorvragen, blijkt dat onder andere de kraag die prins Willem-Alexander droeg tijdens afgelopen Prinsjesdag van haar hand was. “Al vanaf mijn dertiende maak ik borduurwerk voor het koningshuis. Ik ben nu bijna zeventig, dus er ligt al een heleboel van mijn handwerk bij de koningin thuis.”

Stuifmeel-Boudewijns is heel bescheiden en staat niet graag in het middelpunt van de belangstelling. Maar stiekem vindt ze het wel leuk om over haar werk te vertellen. “Ik hoef er niets voor terug. Het meeste goudborduurwerk maak ik ook gratis voor de koninklijke familie. Maar een lintje zou wel leuk zijn, dat mogen ze mij wel geven", lacht ze.

Op de vraag wat ze ervan vindt dat de koningin aftreedt, reageert de borduurster droevig. “Ja, dat vind ik wel erg. Met Willem-Alexander als koning wordt het allemaal heel anders. Niet slecht, maar niet meer zoals het nu is.”

“Ja, het wordt dan gewoon een glamour-gebeuren!”, roept de vriendin van Stuifmeel-Boudewijns. “Met Máxima en Willem-Alexander aan het roer, dat wordt één groot mediacircus.”