Afzwaaiend WonenBreburg-directeur Ton Streppel. foto Wijnand Nijs
Afzwaaiend WonenBreburg-directeur Ton Streppel. foto Wijnand Nijs

WonenBreburg-baas: Verbaasd, boos, maar vol vertrouwen

Algemeen

BREDA - De lokale politiek zou weleens wat feller van zich af mogen bijten, vindt WonenBreburg-directeur Ton Streppel. De afzwaaiende directeur doelt op de greep in de corporatiekas door minister Blok in de vorm van de verhuurdersheffing. “Ik heb in de commissie ook al eens ingesproken en gezegd: let op, u wordt ook leeg gegeten.”

Door die heffing van Blok moeten de corporaties keuzes maken. “De huren verhogen of de activiteiten verlagen. Wij doen beiden. Natuurlijk proberen we ook efficiënter te werken, maar daar zitten grenzen aan. Niet alles kan goedkoper.”

17, bijna 18 miljoen euro per jaar gaat er door de maatregel van WonenBreburg naar het Rijk, becijfert Streppel. “Dat bedrag staat voor een bouwcapaciteit van 300 woningen. Dit systeem werkt averechts. Hierdoor hebben we minder aanbod, terwijl er wel vraag is naar betaalbare woningen in de stad. De maatregel heeft niks met de woningmarkt te maken, maar alleen met het dichten van het begrotingstekort.”

Weinig effect
Die waarschuwing tijdens een vergadering van de raadscommissie had weinig effect, merkte Streppel. Geen grootscheeps lokaal protest en ook in Den Haag nog geen revolutie. De verhuurdersheffing gaat vooralsnog gewoon door. Een kleine kans dat een eenling van de PvdA woensdag de stemming in de Eerste Kamer naar de andere kant doet doorslaan.

Het frustreert Streppel. En het verbaast hem dat de lokale politiek hier niet feller op reageert. Want WonenBreburg, en dat geldt ook de andere corporaties, investeert hierdoor ook minder in de wijken. Iets dat juist de afgelopen tien jaar op gang was gebracht. “Dat protest is maar flauwtjes. Niet alleen in Breda, maar ook in Tilburg en Den Bosch is dat zo.”

Schandalen
Het verbaast hem. Het leggen van een mogelijk verband tussen het flauwe protest en de schandalen bij collega woningcorporaties is hij voor. “Wat bij Laurentius is gebeurd en bij Vestia is vreselijk. Dat is allemaal heel slecht. Maar dat mag niet betekenen dat er geld weggehaald wordt uit de regio. Daar kan ik echt boos over worden.”

“De sector heeft zelf schuld aan die uitwassen”, vindt de afzwaaiende corporatieman. Toch past er een kritische kanttekening. Richting de overheid welteverstaan. “De minister drong er jaren geleden via zijn ambtenaren op aan om toch vooral zo te doen zoals WSG. Toen gaven wij aan dat we dat niet zo verstandig vonden”, memoreert hij. WSG, de corporatie uit Geertruidenberg investeerde zich letterlijk kapot en kwam in grote problemen. De woningstichting wordt opgeheven als alle boedel is verkocht.

Andere blik op de corporaties
Streppel heeft tien jaar gewerkt als directeur voor WonenBreburg als hij dadelijk op 31 december voor het laatst de deur achter zich dicht trekt aan de Schorsmolenstraat. Drie jaar daarvoor werkte hij voor Wonen Midden-Brabant, dat opging in WonenBreburg.
In die periode zag hij de maatschappelijke woningwereld veranderen. De overheid keek met een andere blik naar de woningcorporaties. Zo kwam er vennootschapsbelasting voor de commerciële tak, overigens terecht zegt hij, voor de maatschappelijke tak (onterecht, vindt hij) en nu dus de belasting op verhuren (‘helemaal onterecht’).

Ook moest WonenBreburg investeren in de wijken. Dat past overigens wel goed bij de veranderde blik van het bedrijf op de samenleving. “We zijn ons de afgelopen jaren steeds meer gaan realiseren dat we in de levenssfeer van onze huurders zitten. Dat we meer taken hebben dan alleen vastgoed beheren. Dat betekent dat we bewuster kennis maken met bewoners. Want hoe beter we elkaar kennen, hoe groter de leefbaarheid.”

Huismeesters
Dus investeerde WonenBreburg in huismeesters. “En dat blijven we doen. Meer dan dertig zijn er in dienst, waarvan zo’n tien in Breda. Zij zijn ons gezicht in de wijk. Daarnaast hebben we geleerd dat we anders met bewoners moeten omgaan. In Doornbos hebben we bewoners een aannemer laten kiezen voor een verbouwing”, geeft hij als voorbeeld. “Tien jaar geleden was het: wij zorgen voor u, nu is het meer samen.”

“We hebben wel eens discussie met bewoners, maar we zijn in gesprek”, stelt hij. “Er zijn nog steeds tal van bewonerscommissies actief (90 in Tilburg en Breda samen) en dat koesteren we. Ook het digitaal klantenpanel waarin 900 huurders meedenken, zetten we met regelmaat in.”

Gemeente aan zet in Heuvel
Wat beter kan, is de samenwerking met de gemeente. “Wij hebben flink geïnvesteerd in de Heuvel. Dat was een aandachtswijk en je ziet inmiddels in de economische barometer dat het beter gaat. Er zijn echter nog veel bewoners die geen toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Daar kan de gemeente nog wel meer doen.”

Maar algemeen gesteld is hij tevreden. “We werken goed samen in de stad. We hebben duidelijke afspraken over bouwen, leefbaarheid en energie. Je ziet dat de gemeente het gesprek opzoekt, meer dan in het verleden. Dat is ook de bestuursstijl van het college, al is het natuurlijk ook niet alleen uit vrije wil”, verwijst hij naar de belangen van de gemeente.

Gesprek gaande houden
Dat gesprek moet gaande blijven, ook over hoe nu verder in de stad en waarin te investeren. “Dat blijft een mooie taak van WonenBreburg. Het werk van de corporatie is nooit af. Doornbos, Epelenberg en de Vestingstraat gaan we opknappen. Je ziet ook een trend naar lagere woonlasten. De huurders vragen om lagere woonlasten en willen daarmee meer te kiezen hebben in prijs en kwaliteitverhouding. Er is steeds meer een overgang van een collectief aanbod naar het invullen van de individuele vraag.”

Lijken
Geen lijken uit de kast, straks als hij vertrokken is? Stellig: “Nee. WonenBreburg is een gedegen financiële organisatie met betrokken vakmensen. Maar dat is een prestatie van iedereen.”

Streppel praat vol vuur over zijn werk. Achter de geraniums hoeven we de 60-jarige directeur niet te gaan zoeken. “Ik ga nog tien jaar werken. Ik wil elk jaar nog leren en ik geloof dat je dan ook leniger blijft. Ik wil actief blijven in een maatschappelijke rol, maar ik ga eerst dit afronden. Ik kan me een vrije rol veroorloven, mijn vrouw werkt ook, en ik heb niet veel nodig. Een biertje en een boterham.”