Martijn Gulden, beter bekend als Bonk, is in de De Bruine Pij benoemd tot officieuze Nachtburgemeester. foto Wijnand Nijs
Martijn Gulden, beter bekend als Bonk, is in de De Bruine Pij benoemd tot officieuze Nachtburgemeester. foto Wijnand Nijs

Bonk: ‘Meer initiatieven en kni-kna-knallen’

Cultuur

BREDA - De eerste Nachtburgemeester van Breda, Martijn Gulden aka Bonk, is geen geboren Bredanaar. Bonk woont sinds 21 jaar in ‘mooi Breda’, zoals hij het zelf verwoordt. Toen begon hij als 22-jarig ventje met zijn skate-zaak.

Ook via de skatewereld kwam hij al snel in het uitgaansleven terecht. “Skaters zijn creatievelingen, die zijn bezig met muziek, met film. Het is een innovatief volkje. Door de winkel kom ik op veel verschillende plekken. Ik kan hard gaan op een hardcore- of punk- of hiphopfeestje. Ik vind het leuk om me door veel verschillende invloeden te laten leiden. Ik voel me snel ergens thuis.”

In de iets meer dan twintig jaar dat hij zich in het Bredase uitgaansleven begeeft, heeft hij veel zien veranderen. “Vooral sinds de academie uit de stad verdween. Veel alternatieven zaken zijn verdwenen. Destijds had je de beruchte dinsdagavond in de Boulevard. Die tak is uitgestorven sinds de academie weg is.”

“Ik hoop dat er weer meer initiatieven komen. Het moet toch van de mensen zelf komen. Des te meer mensen iets organiseren, hoe beter. Kijk naar Club Solo. Daar was het bij de opening keidruk. Dan zie je dat ze er toch nog zijn, die lui van de academie. Waar Braak mee bezig is, de housefeestjes. Je moet het echt met zijn allen doen.”

“Mijn rol? Verbindingen leggen. Het zou machtig mooi zijn als ik het verschil zou kunnen maken. Dat initiatieven die voorheen geen kans kregen, toch slagen. Ik zie het wel meer als bruggenbouwer. Dat wil ik wel zijn, maar niet de pilaar. Ik heb ook een vrouw en twee kinderen.”

“Ik heb ook best een mening klaar, en een visie. Die wil ik ook best geven. Neem het alcoholbeleid. Dat had best wel anders aangepakt kunnen worden. Een overgangsjaar, eerst naar zeventien, dan naar achttien. Dat had best wat gescheeld in gedoe.”

En dat Bonk. Waar komt die naam eigenlijk vandaan? “Ik woonde in die tijd in een huis met een Engelse gast, die noemden we Del, omdat-ie altijd frikandellen stond te bakken. Een keer om een uur of vier ‘s nachts kwam hij met Bonk. Bonk tegen je hoofd, een tailbonk en een nosebonk in het skateboarden. Toen klonk het geweldig en de volgende ochtend heb ik het zo maar gelaten.”

Waar wordt hij zelf vrolijk van? “Van een concert bezoeken met vrienden, maar ook van om negen uur voor een biertje de kroeg in stappen en dan na twee keer met je ogen knipperen horen dat het alweer de laatste ronde is. Dat je met tien man en een rookmachine heb staan kni-kna-knallen.”