Politici in debat in De Koe in Princenhage: Selcuk Akinci. foto Janet Olde Wolbers
Politici in debat in De Koe in Princenhage: Selcuk Akinci. foto Janet Olde Wolbers

Lijsttrekker Akinci: 'Laat de mensen het beleid maken'

Politiek gemeenteraadsverkiezingen

BREDA - In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen interviewt BredaVandaag.nl de lijsttrekkers. Wie zijn ze, waar komen ze vandaan en wat drijft ze. Vandaag: Selçuk Akinci, GroenLinks.

“Ik ben op 25 februari 1978 geboren in de Verbeetenstraat, maar ik was nog maar een paar maanden oud toen we in een hoekhuis in Brabantpark gingen wonen. Mijn vader is Turks, mijn moeder is Nederlands en is geboren in Terheijden. Eigenlijk kom ik uit een modern gezin: mijn ouders waren gescheiden. Ik was toen een jaar of vier. Ik had er geen last van; het was geen vechtscheiding. ”

Aanpoten
“Wel was het vroeger flink aanpoten bij ons thuis, ook voor mijn broer en mij. Mijn moeder stond er alleen voor. Ze was zelfstandige en werkte onder meer als tolk en vertaalster. Als ze niet rond kwam met inkomsten, kwamen de blauwe spaarboekjes van mijn broer en mij op tafel. Dan moest ze wat geld van onze spaarrekening halen. Ik dacht altijd: het zal wel. Maar mijn moeder was zich altijd ontzettend aan het verontschuldigen. Ik denk dat ik van mijn moeder heb geleerd met geld om te gaan, dat je niet iets moet uitgeven wat je niet hebt.”

“Toen ik het ouderlijk huis verliet ben ik in de Ceresstraat gaan wonen. Daar woon ik nu nog steeds. Ik hoor regelmatig de opmerking: ‘woon je nu nog steeds in dat studentenkot’? Er past een bed in, een keuken en ik kan er mijn platencollectie kwijt. Ik ben al snel tevreden, heb ook geen tijd om te verhuizen. Ik heb nog tijd zat. Ik word 100. Tussendoor heb ik nog een jaartje in Engeland geschiedenis gestudeerd. Maar het leven in zo’n campus kon ik niet rijmen met mijn leven in Breda met al mijn activiteiten, dus ben ik na een jaar weer weggegaan. Ik deed wat voor de lokale omroep, Chassé Cinema en Para, de voorloper van Mezz. Bij Breda Barst ben ik al vanaf het eerste jaar betrokken. Dat zag ik niet als vrijwilligerswerk, ik vond het vooral zelf heel leuk om te doen. Ik moest daar stoppen toen ik wethouder werd in 2012. Dat deed me veel verdriet.”

Jointje
“Ja, je hebt een bepaalde rol en verantwoordelijkheid als wethouder. Werkweken van 70 uur zijn geen uitzondering. Je liefdesleven gaat trouwens ook naar de haaien. Ik ben alleen, maar ik vraag me af hoe de andere wethouders dat doen, ik heb het er eigenlijk nooit over met ze. Maar ondanks mijn wethouderschap ga ik mijn leven niet krampachtig aanpassen. Een avondje met vrienden in de kroeg, dat doe ik nog steeds. En als er op een feest een jointje langskomt, dan kan ik niet 100 procent garanderen dat ik geen trekje neem.”

“Als kind was ik bezig met grote thema’s: armoede, het gat in de ozonlaag, Tsjernobyl. Ook het conflict in Joegoslavië en Kroatië twintig jaar geleden heeft grote indruk gemaakt. Het was gruwelijk wat daar gebeurde en het was frustrerend om te zien dat Europa niet in staat was een antwoord hierop te geven. De vluchtelingen kwamen onze kant op. Ik dacht, als ‘we’ er niks aan doen, dan doe ik het zelf wel. Op mijn 16e klopte ik als langharige puber aan bij het asielzoekerscentrum dat toen op het Chasséveld stond. Of ik daar kon werken. Het was mijn persoonlijke betrokkenheid, ik werd niet gepusht door anderen.”

Grote thema's als milieu
“Ik dacht altijd dat als je echt iets wilt veranderen in de wereld, dat je dan de politiek in moet. Ik werd in 1994 lid van GroenLinks. De partij was net opgericht. Hun doelstellingen paste als een puzzelstukje in mijn blik op de wereld. Maar ja, als je lid wordt, krijg je een uitnodiging voor de lokale afdelingsvergadering. Nou, daar zat ik niet op te wachten. Je moest in Washington zijn om echt iets te bereiken in de wereld. Later besefte ik dat je die grote thema’s zoals een beter milieu, ook in Breda kunt toepassen. Zorg eerst maar dat het in Breda op orde is. In 2002 kwam ik uiteindelijk in de raad, en ben ik bijna tien jaar raadslid geweest.”

“Ik vind dat we trots moeten zijn op ons erfgoed. Onze kerk is veel mooier dan die in Den Bosch. Dat zeg ik niet omdat ik Bredanaar ben, dat is gewoon zo. Toch kent iedereen de Sint-Jan. We moeten ons erfgoed, onze geschiedenis beter uitdragen. Maar hoe? We moeten de stad een verhaal laten vertellen. Niet veel mensen stappen over de drempel van een museum. Blijkbaar is dat niet uitnodigend genoeg. Het moet een belevenis worden.”

Taken uit handen geven
“De grote uitdaging voor Breda is het uit handen geven van taken. Wij bedenken wat wij denken dat andere mensen belangrijk vinden. Nee, geef je notitieblokje aan de mensen uit de dagelijkse praktijk. Laat hen maar het beleid maken. Wij blijven de toetsende partij. Maar we moeten wel zorgen dat ze niet vast komen te zitten in regels. We hebben als gemeente steeds meer taken naar ons toegetrokken. Buurthuis van de Toekomst? Nee, dat is eigenlijk het buurthuis van vroeger. Zet de professionals bij elkaar en laat ze onderling bepalen wat de beste aanpak is. ”