Afbeelding

'Realiseer je dat een stad sowieso verandert'

Economie

BREDA - Duidelijkheid over wat de gemeente wil met de binnenstad. Dat is wat elke gemeente verder helpt en dus ook Breda. Dat betekent dat er soms pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden. “Maar realiseer je ook dat een stad sowieso verandert”, stelt stedenbouwkundige Rob Schram uit Breda.

Schram werkt bij Rho adviseurs in Rotterdam, een bureau dat gemeenten en bedrijven adviseert omtrent ruimtelijke vraagstukken. Hij houdt zich veel bezig met vraagstukken over retail en herontwikkeling. Hij volgt de ontwikkelingen in Breda vanuit zijn professie én als inwoner van de stad.

Waar de gemeenteraad naar moet kijken bij de volgende stap over het winkelproject Achter de Lange Stallen? “Kijk waar je heen wilt met de stad, dat geldt voor alle plannen.” Breda heeft die keuze eigenlijk al gemaakt. “Kijk naar het station, dat een knooppunt moet worden in internationaal treinverkeer, dan zeg je niet dat je een stad wil zijn met vooral lokale uitstraling.”

Keuzes voor nieuwe ontwikkelingen, kunnen gevolgen hebben voor bestaande gebieden, weet Schram. Maar ook zonder grote projecten verandert een binnenstad. “De Nieuwe Ginnekenstraat, daar verdwenen al veel banken, uitzend- en reisbureaus”, constateert hij. Daarvoor komen andere functies in de plaats. “Dat de huur op sommige plaatsen omlaag gaat door langere leegstand zorgt er weer voor dat kleine ondernemers en horeca een kans wagen. Bovendien, wie had er gedacht dat Postkantoren zouden verdwijnen, of recentelijk de Mexx? Dit soort bewegingen zie je toch.”

Dat een binnenstad dynamisch is, betekent niet dat een stadsbestuur daar geen invloed op heeft. Schram hamert op duidelijkheid en visie. “Duidelijkheid over de ambities met een gebied. Ik heb elders in de praktijk het voorbeeld gezien van een ondernemer die een transitieplan had voor een pand, maar waar de gemeentelijke besluitvorming te lang duurde. Daardoor koos hij voor een ander pand. Gemeenten moeten dus duidelijkheid geven en snel ja of nee kunnen zeggen.”

Soms zijn beslissingen pijnlijk. “De Boschstraat is geen hoofdwinkelstraat meer. Als je echter ruimte biedt aan initiatieven, dan kan zo’n straat zich opnieuw uitvinden. Het is dan belangrijk dat de gemeente uitspreekt wat ze daar wél wil”, vertelt de stedenbouwkundige. Aan de andere kant: ontwikkelingen elders in de stad bieden de straat wellicht weer kansen. “De aanlooproute vanaf de Drie Hoefijzers naar het centrum kan via de Boschstraat lopen. Dat biedt kansen aan bedrijvigheid, zoals er nu een pand is met flexplekken.”  

Wie had er gedacht dat Postkantoren zouden verdwijnen?

Schram ziet dat consumenten zich anders gedragen. Natuurlijk is er internet, dat koop- en winkelgedrag beïnvloedt, maar ook de toegenomen mobiliteit heeft invloed. “Mensen zijn bereid om verder te reizen voor winkels.” De Primark in Eindhoven en Rotterdam zijn zulke winkels.

Schram waakt ervoor te verkondigen dat ‘een Primark’, zoals telkens genoemd in de plannen van Achter de Lange Stallen, dé oplossing is voor Breda. Aan de andere kant: “De behoefte aan grootschalige winkels is er. Die komen er toch. Dan kun je je afvragen of jij die wilt huisvesten of dat ze naar een andere gemeente gaan. Breda moet wel meegaan in de vaart der volkeren.  Achter de schermen wordt overigens gewerkt aan plannen, zoals de vernieuwing van de Barones en het hotel aan de Nieuwstraat. Het zou voor de aantrekkelijkheid van de stad goed zijn als één van deze projecten binnenkort gereed is. Nu lijkt alles stil te staan en lijkt iedereen af te wachten.”

De Parel van het Zuiden moet volgens Schram gebruik maken van haar charmes, zonder achter over te leunen. “Breda heeft een mooie binnenstad, heeft een goed imago. Het is net als met een jaren dertig huis, dat heeft zijn charme, maar een nieuwe keuken of een opknapbeurt kan geen kwaad.”

De behoefte aan grootschalige winkels is er. Die komen er toch. Dan kun je je afvragen of jij die wilt huisvesten of dat ze naar een andere gemeente gaan

Als een goede huisbaas mag Breda soms ook wat strenger zijn. “Gevelreclame wordt steeds kleiner, toch zie je bijvoorbeeld in de Ginnekenstraat grote reclameborden. Dat is niet wat je wil in een historische binnenstad. Ook het onderhoud van panden mag beter. Dat heeft ook te maken met duidelijkheid: een pandeigenaar gaat niet investeren als niet weet welke kant het opgaat.”

Schram is niet somber gestemd over de binnenstad. “Er gebeuren veel leuke dingen, zie de St Janstraat en de St Annastraat, waar zich kleine winkeltjes en horeca vestigen. Je moet als stad wel vasthouden aan je visie. Dat is ook een kwestie van lef tonen.”

Dat de Bredanaar zelf ook invloed heeft op de ontwikkeling van de binnenstad, staat voor hem als een paal boven water. Het pleidooi van Marlice Dreessen en Peter Werther om vaker de binnenstad te bezoeken onderschrijft hij. “Koop toch eens wat bij een lokale ondernemer, duurder is dat meestal niet, maar dat helpt wel tegen de verschraling van het aanbod.”

Uitzendbureaus verdwijnen uit het straatbeeld.